In 2012 ontdekten astronomen een gigantisch ringenstelsel rond een exoplaneet. Uit nieuwe simulaties blijkt dat dit stelsel ruim 100.000 jaar intact kan blijven, mits de ringen in een richting draaien die tegengesteld is aan die van de moederster.
Het ringenstelsel dat rond de exoplaneet J1407b draait, was de eerste planetaire ring die astronomen buiten ons zonnestelsel ontdekten. Het ruimtegruis vormt een ringenstelsel dat meer dan honderd keer zo groot is als dat van Saturnus.
Thomas Hertog werkte samen met Stephen Hawking en onderzoekt de oerknal
Tijd en natuurwetten zijn voortgekomen uit de oerknal, in een chaotisch proces van toevalligheden, zegt theoretisch natuurkun ...
De reuzenringen rond de exoplaneet werden in 2012 gevonden met behulp van data van SuperWASP. Dit project zoekt naar gasreuzen die voor hun moederster langs zweven. Toen J1407b voor haar moederster zweefde, zagen de astronomen dat dit het sterrenlicht twee maanden lang verstoorde. Dit voltrok zich in een onregelmatig patroon dat de astronomen enkel door een ringenstelsel konden verklaren.
Stabiliteit
De astronomen Matthew Kenworthy en Steven Rieder van de Universiteit Leiden bepaalden vorig jaar de grootte van het ringenstelsel. Critici betwijfelden toen dat een dergelijke megastructuur stabiel genoeg kon zijn. De exoplaneet draait namelijk met een sterk ovale baan, waardoor zij met elke omloop heel dicht bij haar ster komt. De zwaartekracht van de ster zou de ringen overhoop gooien.
Dankzij de resultaten van nieuwe simulaties (zie het filmpje hieronder) denken de Leidse onderzoekers echter dat dit ringensysteem minstens 100.000 jaar intact kan blijven. Daarvoor moeten de ringen wel aan een voorwaarde voldoen: ze moeten retrograad draaien, oftewel tegengesteld aan de draairichting van de ster.
Retrograad
Retrograde ringen zijn echter niet vanzelfsprekend. ‘Als een zonnestelsel ontstaat uit een draaiende gaswolk, blijft in principe alles in dezelfde richting draaien,’ zegt Rieder, die nu werkzaam is bij het RIKEN-instituut in Japan. ‘Als iets tegendraads beweegt, zoals deze ringen, wijst dat mogelijk erop dat de ontstaansgeschiedenis daarvan anders is.’
Het reuzenringenstelsel is dus hoogstwaarschijnlijk niet tegelijk met de ster ontstaan. Bovendien komt zo’n sterk ovale baan, zoals die van J1407b, doorgaans voor in het geval van een normale ontstaansgeschiedenis. ‘Het lijkt erop dat J1407b en zijn grote ringen zijn ontstaan uit een botsing tussen twee of meer objecten,’ zegt Rieder. ‘Die gebeurtenis is mogelijk veroorzaakt doordat iets de baan van een object in dit zonnestelsel heeft veranderd.’
ALMA-telescoop
De astronomen houden de moederster van J1407b nog steeds goed in de gaten. De ster zal in 2018 waarschijnlijk weer achter het reuzenringenstelsel langs bewegen. Met data afkomstig van de moderne ALMA-telescoop in de Chileense woestijn hopen zij dan de ringen zelf waar te nemen.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: