Witte zwanen, zwarte zwanen en zwarte megazwanen. Nieuw-Zeeland was ooit het thuis van een forsgebouwde, moeizaam vliegende zwarte zwaan. De zwaan stierf uit na de komst van mensen in de 13e eeuw.
Het bestaan van een prehistorische Nieuw-Zeelandse zwaan was lange tijd omstreden. De theorie is onder andere gebaseerd op legendes van het Moriori-volk. Daarin komt de Poūwa voor, een groot zwaanachtig wezen. Sommige paleontologen dachten echter dat dit verwijst naar de gewone zwarte zwaan (Cygnus atratus), die destijds vooral in Australië leefde, maar zo nu en dan over de Tasmanzee heen vloog.
Onderzoekers van de universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland hebben nu met genetische technieken het bestaan van de megazwaan bevestigd. Ze vergeleken DNA van 47 hedendaagse zwarte zwanen met dat van 39 zwanenfossielen die op archeologische vindplaatsen waren ontdekt. Veel van die fossielen waren afkomstig van de Chathameilanden, een eilandengroep zo’n 650 kilometer ten oosten van het Nieuw-Zeelandse vasteland en de woonplaats van de Moriori.
Nieuwe technologie onthult het verborgen leven van dinosauriërs
Van migrerende planteneters tot toegewijde ouders: paleontologen ontrafelen stukje bij beetje het gedrag van dinosauriërs.
Uit de analyse bleek dat de megazwaan zich zo’n 1 tot 2 miljoen jaar geleden van C. atratus afsplitste. ‘We denken dat een groep zwarte zwanen rond die tijd van Australië naar Nieuw-Zeeland vloog en daar tot een aparte soort evolueerde – de Poūwa’, zegt onderzoeksleider Nicolas Rawlence.
Rugbyspeler
De onderzoekers vergeleken de grootte en vorm van de gefossiliseerde schedel-, vleugel- en pootbotten met die van botten van hedendaagse C. atratus-exemplaren. Ze achterhaalden dat dat de Poūwa tot tien kilogram zwaar kon zijn – zo’n 20 tot 30 procent zwaarder dan de huidige zwarte zwaan. ‘Je kunt de zwarte zwaan zien als een slanke voetballer en de Poūwa als een woeste, plompe rugbyspeler’, zegt Lawrence.
De Poūwa had daarnaast langere poten en kortere vleugels, wat suggereert dat het geen al te goede vlieger was. ‘Hij kon wel vliegen, maar hoefde dat zelden te doen omdat er geen landdieren waren die op hem joegen’, zegt Lawrence. Volgens hem hoefde de Poūwa alleen bang te zijn voor grote vogels zoals de arend en de kiekendief.
Uit de verzameling fossielen bleek verder dat de Poūwa rond 1450 uitstierf – minder dan twee eeuwen nadat de Polynesiërs Nieuw-Zeeland in 1280 als eersten koloniseerden. In de tussentijd was er geen grote klimaat- of milieuverandering. De enige logische verklaring is daarom dat de mens verantwoordelijk was voor hun ondergang, stelt Lawrence.
Ontspannen leventje
Poūwa-restanten in oude afvalhopen wijzen erop dat mensen de megazwaan regelmatig op hun menu hadden staan. Daarnaast werden de eieren mogelijk gegeten door ratten die samen met de Polynesiërs op Nieuw-Zeeland arriveerden. Tel daarbij op dat zijn habitat werd verwoest en dat hij zich mogelijk niet snel kon voortplanten, en het is logisch dat de Poūwa kort na de menselijke komst zijn megazwanenzang zong.
Charlotte Oskam van de Murdoch-universiteit in het Australische Perth is het daarmee eens. ‘Voor de mensen kwamen, hadden vogels in Nieuw-Zeeland een ontspannen leventje’, zegt ze. ‘Ze hadden geen ervaring met roofdieren op het land en waren daardoor een makkelijke prooi voor de Polynesiërs.’
Nieuw-Zeeland wordt nu bewoond door zwarte zwanen, omdat Europeanen die in de jaren 1860 uit Australië meenamen. Deze beesten kunnen de Poūwa echter bij lange na niet doen vergeten, zegt Lawrence. ‘De Australische versie mag dan nauw verwant zijn, we hebben aangetoond dat die desondanks sterk verschilt van de Poūwa. Daardoor kan die de verbroken ecologische verbindingen niet herstellen.’
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: