In het hart van ons sterrenstelsel, op minder dan 0,2 lichtjaar van het superzware zwarte gat Sagittarius A*, tarten zes vreemde objecten de zwaartekracht. Ze lijken op wolken gas en stof, maar gedragen zich als sterren.
Het eerste object, G1, werd in 2005 ontdekt, het tweede, G2, in 2012. Destijds dachten astronomen dat het simpelweg gaswolken waren die op het punt stonden opgeslokt te worden. Maar in plaats van dat het zwarte gat ze uitrekte en verzwolg, bleven de wolken er een baan omheen beschrijven.
Astronoom Anna Ciurlo van de Universiteit van Californië te Los Angeles en haar collega’s hebben nu nog vier van deze vreemde wolken gespot, die G-objecten zijn genoemd. Elk is ongeveer 15 miljard kilometer groot. Van een afstandje lijken ze op enorme wolken die waterstofatomen bevatten en maar weinig warmte uitstralen.
Thomas Hertog werkte samen met Stephen Hawking en onderzoekt de oerknal
Tijd en natuurwetten zijn voortgekomen uit de oerknal, in een chaotisch proces van toevalligheden, zegt theoretisch natuurkun ...
Net als de andere twee G-objecten beschrijven ze een baan rond Sagittarius A* zoals sterren zouden doen, in plaats van erin te vallen zoals wolken zouden doen.
Sluier van gas en stof
Ciurlo en collega’s stellen dat deze objecten sterren zouden kunnen zijn, verscholen achter een sluier van gas en stof, dik genoeg om het sterrenlicht tegen te houden. ‘Dan moet je wel een manier vinden om een ster te vormen met zoveel spul eromheen, ’ zegt Ciurlo, ‘want dat zie je normaal gesproken niet bij sterren.’
De onderzoekers denken dat de G-objecten kunnen zijn ontstaan bij rommelige botsingen tussen sterren, waarbij twee sterren samengaan tot één grote ster omringd door puin. Momenteel verzamelen ze meer waarnemingen om uit te kunnen vinden waar deze vreemde wolken vandaan komen.