Engelse onderzoekers hebben een spin getraind om verschillende afstanden te springen. Met geavanceerde camera’s legden ze de sprongen vast. Zo ontdekten ze dat springspinnen puur op spierkracht enorme sprongen kunnen maken.
‘De kracht op de achterpoten kan tijdens het afzetten tot vijf keer het lichaamsgewicht van de spin zijn – dat is verbijsterend’, zegt Mostafa Nabawy van de University of Manchester. ‘Als we die techniek begrijpen, kunnen we het toepassen in andere gebieden, zoals de robotica.’
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Springspinnen
Er zijn duizenden soorten springspinnen. Deze beestjes spinnen geen webben, maar bespringen hun prooi. Hierbij zetten zich zich met hun vier achterpoten af en gebruiken ze hun vier voorpoten om de prooi te grijpen. Soms gebruiken ze hun springkracht om te vluchten. Dan kunnen ze hoger en verder springen dan tijdens het jagen. De voorpoten gebruiken ze dan om zichzelf bij de landing op te vangen.
Springspinnen zijn enkele millimeters tot 1,5 centimeter groot en kunnen vijf tot zes keer keer hun lichaamslengte springen. Een behoorlijke prestatie, zeker als je bedenkt dat mensen niet verder komen dan anderhalf keer hun lichaamslengte.
Spin Kim
Voor hun onderzoek kochten de onderzoekers vier springspinnen van de soort Phidippus regius. Slechts één bleek bereid om op commando te springen. Deze gaven ze de naam Kim.
Kim werd getraind om in een laboratoriumopstelling van platform naar platform te springen. De afstanden tussen de platformen werd steeds groter gemaakt en de onderzoekers brachten een hoogteverschil aan. Kim was gelukkig niet cameraschuw. Haar sprongen werden opgenomen met hogesnelheidscamera’s en er werd een gedetailleerde driedimensionale CT-scan gemaakt van haar lichaam.
Verschillende springtechnieken
Uit de beelden bleek dat de spin verschillende springtechnieken gebruikt. Voor korte afstanden sprong Kim laag. Dat kost meer energie, maar is de snelste manier om die afstand te overbruggen. Bij grotere afstanden en bij hoogteverschillen sprong ze hoger en gebruikte ze haar krachten efficiënter.
De onderzoekers observeerden geen enkele keer een mislukte sprong, schrijven ze. Kim sprong goed, of sprong niet. Wel waren er sprongen waarbij de landing volgens hen beschreven kan worden als ‘onelegant’.
Tot hun verbazing zagen de onderzoekers dat Kim enkel spierkracht gebruikt voor haar sprongen. Dit is opvallend omdat ze, net als andere spinnen, haar poten hydraulisch kan strekken door er vloeistof in te pompen. Kennelijk heeft ze de hydraulisch kracht niet nodig voor haar uitzonderlijke sprongen.
Ten slotte lijkt Kim fysiek in staat verder te springen dan ze doet. Dit alles duidt erop dat springspinnen gespecialiseerd zijn in korte, snelle sprongen, vooral geschikt voor het jagen op prooien.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: