Het Hubble Ultra-Deep Field blijkt een nog diepere laag te hebben. Astronomen hebben in dit gebied 72 mysterieuze nieuwe sterrenstelsels gevonden. Het licht van de stelsels was zelfs voor ruimtetelescoop Hubble te zwak om waar te nemen.
Het Hubble Ultra-Deep Field is de telescoopopname van een klein, relatief donker stukje ruimte naast de Fornax-constellatie. Hoewel het beeld slechts een extreem kleine fractie van de hemel weergeeft, bevat het zo’n 10.000 sterrenstelsels.
Astronomen zijn nu nog een stukje dieper in deze regio gedoken. Dat deden ze met het Multi Unit Spectroscopic Explorer-instrument (MUSE) van de Very Large Telescope in Chili. Ze onderzochten het licht afkomstig van 1600 zwakke sterrenstelsels, waaronder 72 die tot dusver nog nooit waren gezien. ‘Niemand had gedacht dat we deze sterrenstelsels zouden zien’, zegt Jarle Brinchmann van de Universiteit Leiden. ‘We dachten dat Hubble alle sterrenstelsels die er zijn ook zou waarnemen.’
‘Een AI-systeem moet kunnen zeggen: dat is geen goed idee’
Het is belangrijk dat we AI-systemen kunnen vertrouwen. AI-onderzoeker Pınar Yolum stelt dat betrouwbare AI-systemen bezwaar moeten kunnen maken tege ...
Over het algemeen vinden astronomen sterrenstelsels door naar hun helderste sterren te speuren. Het licht van nabijgelegen heldere sterren kan echter zwakker schijnende stelsels overstralen. Dat is het geval bij de 72 nieuwe stelsels, die stuk voor stuk bestaan uit sterren die te zwak stralen voor Hubble om ze te zien.
Gloeiende waterstofhalo’s
‘Het is alsof je omringd wordt door een heleboel lawaaiige familieleden, terwijl iemand heel zachtjes een muziekinstrument bespeelt en je alleen dat geluid wilt horen. Met MUSE kun je echt op die ene golflengte focussen’, zegt Brinchmann.
De nieuwe sterrenstelsels stralen allemaal met één specifieke lichtgolflengte, die bekendstaat als de Lyman-alpha-spectraallijn. Deze vorm van emissie wordt geproduceerd door gloeiend waterstofgas. Omdat MUSE licht in afzonderlijke golflengten opdeelt, kon het instrument in het licht van die golflengte een piek waarnemen die anders onopgemerkt was gebleven.
Astronomen weten niet helemaal zeker waarom deze stelsels in slechts één kleur lijken te stralen, zodat ze wel de waterstof maar niet de sterren onthullen. We weten namelijk wel dat die sterren er moeten zijn, omdat Lyman-alpha-emissie het resultaat is van waterstof dat door sterren is geïoniseerd.
‘Een sterrenstelsel is geen gesloten systeem. Dit resultaat is daarom cruciaal in het begrijpen van de manier waarop gas sterrenstelsels binnenkomt of verlaat’, zegt Brinchmann. Deze kleine sterrenstelsels zijn de bouwstenen van de molochs die we vandaag de dag zien. Hun gloeiende waterstofhalo’s kunnen ons dus helpen begrijpen hoe hedendaagse stelsels zijn ontstaan.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder:
- Astronomen ontdekken een van de eerste sterrenstelsels die in het heelal zijn ontstaan
- Wiebelende stelsels brengen theorie rond donkere materie aan het wankelen
- Melkweg mogelijk vrij bizar – astronomen maken zich zorgen
- Neutronenstermeting vermoordt alternatieve kosmologische theorieën
- Zuurstofarm dwergsterrenstelsel onthult geheimen jonge heelal
- Donkere materie nam de tijd om vroege sterrenstelsels te omhullen