Archeologen hebben het oudste bekende exemplaar gevonden van het ‘Boek van de twee wegen’, een reisgids voor de Oud-Egyptische onderwereld. De gids, die in verschillende sarcofagen is afgebeeld, was wellicht het eerste geïllustreerde ‘boek’ ooit.
Ongeveer een eeuw geleden vonden egyptologen voor het eerst tekeningen met vreemde bijschriften in vierduizend jaar oude houten sarcofagen, die begraven lagen in de necropolis Dayr al-Barshā. Een van de tekeningen vertoont een paneel waarop twee lange, kronkelende lijnen staan. De omringende hiërogliefen zeggen dat deze lijnen wegen zijn. Op een andere plek geeft de tekst aanwijzingen voor wie door de onderwereld wil reizen naar de rustplaats van de god Osiris – een reis die, indien succesvol volbracht, een gelukkig leven na de dood zou verzekeren.
Onderzoekers concludeerden op basis hiervan dat de illustraties een kaart van de onderwereld waren. De kronkelende lijnen stellen twee paden voor die de doden konden bewandelen. Het document kreeg de naam ‘Boek van de twee wegen’.
Ieder mens een persoonlijk dieet
Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?
Vandaag de dag bestaan er nog maar enkele tientallen exemplaren van het boek. Maar dankzij archeologen Hanne Creylman en Harco Willems van de KU Leuven en Gina Criscenzo-Laycock van de Universiteit van Liverpool zijn we een exemplaar rijker. In 2012 leidden zij een onderzoeksteam dat in Dayr al-Barshā opgravingen deed in een grafschacht. Andere archeologen hadden deze schacht links laten liggen, omdat het duidelijk was dat er in het verleden plunderingen hadden plaatsgevonden.
De onderzoekers realiseerden zich echter dat het onderste deel van het graf aan de aandacht van de grafrovers was ontsnapt. Hier vonden ze de resten van een doodskist. De houten planken waren bedekt met hiërogliefen. ‘Tot mijn verbazing was het een Boek van de twee wegen’, zegt Willems.
Oudste ooit
Wat de vondst bijzonder maakt, is dat dit exemplaar van het boek het oudste is dat ooit is gevonden. Nabijgelegen inscripties maakten het mogelijk de kist te dateren. Die stamt uit de tijd van farao Mentoehotep II, die tot 2010 voor Christus regeerde. Het geeft reden om te geloven dat de illustratie ongeveer veertig jaar ouder is dan alle andere bekende exemplaren, zegt Willems.
Andere archeologen sluiten zich aan bij die conclusie, hoewel Foy Scalf van de Universiteit van Chicago benadrukt dat de datering pas met zekerheid kan worden vastgesteld wanneer het team zijn volledige opgravingsrapport publiceert. Hij wijst er bovendien op dat er een concurrent is voor de titel ‘oudste exemplaar’. Een andere egyptoloog, Wael Sherbiny, beweerde onlangs een ander vroeg exemplaar van het Boek van de twee wegen te hebben gevonden op een leren boekrol. Sherbiny moet zijn analyse echter nog publiceren.
Burkhard Backes van de Duitse universiteit van Tübingen zegt dat er een paar oudere, eenvoudigere afbeeldingen van de Egyptische onderwereld bestaan, maar dat het Boek van de twee wegen een stuk uitgebreider is. Scalf zegt dat je het zelfs als het ‘eerste geïllustreerde ‘boek’ in de geschiedenis’ mag beschouwen.
Twijfels
De vondst suggereert dat de Oud-Egyptenaren nog eerder dan we dachten begonnen met het maken van gedetailleerde kaarten om de doden te helpen het hiernamaals te bereiken. Of, in ieder geval, daar lijkt het op. De meeste archeologen zien het boek nog steeds als een plaatjesgids voor de onderwereld, maar enkele wetenschappers – waaronder Willems – zetten daar vraagtekens bij.
‘Het ziet er absoluut uit als een kaart’, zegt Willems, maar hij voegt daaraan toe dat het erg moeilijk is om zeker te zijn dat de oude Egyptenaren het ook daadwerkelijk zo bedoeld hebben. ‘Het zou mooi zijn als we veel duidelijkere toelichtingen hadden over wat er in het Boek van de twee wegen gebeurt’, zegt hij. ‘Helaas is wat we hebben is niet erg bruikbaar.’
Het document ziet er volgens hem uit als een verwarrende verzameling van kronkelende lijnen, monsterlijke figuren, deuren en schepen. Voor moderne ogen ziet dat er kaartachtig uit, maar voor de Egyptenaren van vierduizend jaar geleden was dat misschien helemaal niet het geval.
Osiris, dood of levend
Willems oppert dat het Boek van de twee wegen is ontwikkeld als een religieuze tekst door de cultus van Osiris. De Egyptenaren geloofden dat Osiris, de heerser van de onderwereld, dood was. ‘De cultus van Osiris wilde de god weer tot leven wekken door middel van een ritueel’, zegt Willems.
Misschien voerden priesters de taken die in het boek beschreven staan uit tijdens religieuze ceremonies die bedoeld waren om Osiris weer levend te maken. De Oud-Egyptenaren hebben mogelijk pas later besloten om de beschrijvingen van de taken in doodskisten te plaatsen, omdat zij hoopten dat het ook de overledene kon helpen om weer tot leven te komen.
Rune Nyord van de Emory Universiteit in het Amerikaanse Atlanta sluit zich aan bij dit idee. Hij zegt dat veel van de tekst in het Boek van de twee wegen en andere Oud-Egyptische sarcofaagteksten afkomstig zijn uit tempelculten.
Aanhangers van het idee geven zelfs een alternatieve verklaring voor de kaartachtige afbeeldingen: Nyord zegt dat een egyptoloog uit de twintigste eeuw, Paul Barguet, een gelijkenis opmerkte tussen de ‘kaart’ in het boek van de twee wegen en de standaardplattegrond van Egyptische tempels.
Ankh
Het blijft een mysterieus document, maar het Boek van de twee wegen maakt in ieder geval duidelijk dat de Oud-Egyptenaren gefascineerd waren door het hiernamaals. Het is ook duidelijk dat zowel mannen als vrouwen konden streven naar een goed leven na de dood: het nieuw ontdekte exemplaar lag in de doodskist van een vrouw die Ankh heette.
‘Het grappige is dat het hele idee van hoe je in de onderwereld overleeft in mannelijke termen wordt beschreven’, zegt Willems. Omdat het idee om weer tot leven komen zo nauw verbonden was met de mannelijke god Osiris, is het boek van de twee wegen grotendeels geschreven vanuit een mannelijk perspectief.
De makers hadden de tekst kunnen personaliseren met de naam van de overleden vrouw. In plaats daarvan wordt steeds ‘hij’ gebruikt als wordt verwezen naar de kistbewoner, ook al was ‘zij’ meer geschikt. Vermoedelijk kopieerden de makers een oorspronkelijke versie van de tekst, waarin Osiris als hoofdrolspeler optrad. ‘Dat kan het erg verwarrend maken wanneer je probeert te achterhalen of er een man of een vrouw in de kist lag’, zegt Willems.