De afgelopen dagen lag het leven aan oostkust van de Verenigde Staten stil. Een van de zwaarste sneeuwstormen ooit raasde over het gebied heen. Duizenden mensen zaten zonder elektriciteit, openbaar vervoer lag plat en winkels bleven gesloten. De hevigheid van deze sneeuwstorm kan het gevolg zijn van klimaatverandering. Maar als de aarde opwarmt, waarom valt er dan meer sneeuw?
Foto: Anthony Quintano
Warme atmosfeer
Het klinkt tegenstrijdig dat een opwarmende aarde zorgt voor meer sneeuw. Toch zal de komende jaren meer sneeuw vallen op veel plaatsen. Voor het ontstaan van sneeuw is vochtige lucht nodig. Een warme atmosfeer houdt meer vocht vast. Op die manier kan warmte de kans op sneeuw vergroten.
Te koud
Natuurlijk moet het ook koud zijn voor sneeuw, maar te koud bestaat ook. Wanneer de temperatuur lager is dan een paar graden onder het vriespunt, wordt de kans op hevige sneeuwval weer kleiner. Erg koude lucht is namelijk droger. Bovendien is het minder waarschijnlijk dat deze lucht opstijgt en wolken vormt.
Is het aardse magneetveld de weg kwijt?
Volgens sommigen kan het aardmagneetveld elk moment omkeren. Is er reden tot zorg?
Winterstormen
Zware sneeuwval komt in de Verenigde Staten vooral voor tijdens de zogenoemde nor’easter-winterstormen. Deze stormen teisteren de oostkust en zijn het resultaat van koude lucht uit Canada die samenkomt met de warme en vochtige lucht van de Atlantische Oceaan.
Voorspelling
Op dit moment is de Atlantische Oceaan abnormaal warm. Dit is gedeeltelijk een gevolg van de opwarmende aarde. Deze warme oceaan betekent dat de lucht erboven ook warmer is en meer vocht bevat dan gewoonlijk. Onder andere deze factor zorgde voor de hevigheid van de afgelopen sneeuwstorm.
Een warmere aarde kan zorgen dat het aantal sneeuwdagen afneemt, maar ook dat de sneeuwval extra hevig is op die momenten. De voorspelling is dat nor’easter-stormen de komende jaren heviger zullen worden als de aarde meer en meer blijft opwarmen.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: