Nee, deze spin zwaait niet. Hij voelt of de wind goed staat. Berlijnse onderzoekers ontdekten dit gekke trekje toen ze zich afvroegen hoe zware spinnen kunnen vliegen.
Jonge spinnetjes verlaten het ouderlijk nest zwevend aan een spinnendraad. Zo ontsnappen ze aan hun kannibaliserende broertjes en zusjes. Eenmaal volwassen verliezen de meeste spinnen dat vermogen: ze worden te groot en te zwaar om te zweven.
Maar sommige houden hun vliegbrevet. Struikkrabspinnen bijvoorbeeld. Deze beestjes maken geen eigen web, maar gebruiken hun spinnendraad om ballonnetjes te maken. Terwijl jonge, zwevende spinnetjes meestal niet meer dan 2 milligram wegen, zijn krabspinnen een stuk forser: tot 25 milligram. Onderzoekers van de Technische Universität in Berlijn zochten uit hoe deze spinnen ondanks hun gewicht kunnen ‘ballonvaren’.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Spin test de wind
In het Berlijnse Lilienthal Park verzamelden de onderzoekers 14 krabspinnetjes die ze op een soort gipsen paddenstoel zetten, ruim een meter boven de grond. In totaal filmden ze 27 keer hoe een spin opsteeg. Ook namen ze 12 spinnetjes mee naar het laboratorium, waar deze hun trucjes mochten herhalen in een windtunnel. Daar bekeken ze ook de draadjes waaruit de spinballonnetjes bestaan.
De spinnetjes bleken niet zomaar hun ballonnetjes uit te gooien. Eerst klommen ze naar het hoogste punt. Daar testten ze of de wind wel goed stond, door hun voorste pootje op te tillen. Sommige staken zelfs allebei hun voorpootjes in de lucht. Zo bleven ze een paar seconden staan. Daarna draaiden ze hun kop naar de wind en staken ze nog eens hun pootje uit.
‘Dit gedrag suggereert dat krabspinnetjes de weersomstandigheden evalueren voordat ze opstijgen’, vertelt onderzoeker Moonsung Cho. ‘Ze lanceren zichzelf niet zomaar, ze wachten echt het beste moment af.’ De spinnetjes hielden ook niet van harde wind – zo’n 3 meter per seconde was wel het maximale, waarschijnlijk omdat er bij hogere windsnelheden minder opwaartse luchtstromen zijn.
Het resultaat is een eerste stap richting een verklaring voor het ballonvaren van de krabspinnen. Meer onderzoek is nodig om alle factoren in kaart te brengen die de beestjes hun unieke vermogen geven.
Ballonnetjes
Als de spinnetjes tevreden waren over het weer, gingen ze op hun tenen staan en staken ze hun lijf omhoog. Ze gooiden hun ballon uit – een paar dozijn dunne draadjes zo’n drie meter lang – terwijl een veiligheidsdraad ze stevig aan de grond verankerde. Zo konden ze het ballonnetje zelfs nog lossnijden als ze zich bedachten. Als alles goed ging, vierden de spinnen hun veiligheidslijn en vlogen ze achter hun ballonnetjes aan. Na een paar meter brak de draad en was de spin los.
Het onderzoek verscheen in vakblad PLOS Biology.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: