Aanhoudend extreem weer heeft mogelijk de ondergang betekend voor honderden dode pinguïns die onlangs gevonden zijn op Antarctica. Dankzij de verandering van het klimaat kunnen we verwachten dat dergelijke omstandigheden vaker voor zullen komen, waardoor er mogelijk opnieuw zo veel pinguïns zullen sterven.

Een deel van Antarctica ligt bezaaid met gemummificeerde pinguïns. Bron: Yuesong Gao, Lianjiao Yang et al
Een deel van Antarctica ligt bezaaid met gemummificeerde pinguïns. Bron: Yuesong Gao, Lianjiao Yang et al

De vogels zijn gevonden op Long Peninsula, in het oosten van Antarctica, door onderzoekers onder leiding van Liguang Sun van de University of Science and Technology of China in Hefei.

Het is niet ongebruikelijk dat er dode pinguïns gevonden worden, maar op het Long Peninsula waren het wel erg veel, voornamelijk kuikens: tot wel vijftien stuks per vierkante meter, honderden in totaal. Ze zijn goed geconserveerd doordat ze dankzij uitdroging gemummificeerd zijn, aldus de onderzoekers in een paper.

Mieren zijn magnifieke navigators
LEES OOK

Mieren zijn magnifieke navigators

Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.

In alle gevallen gaat het om adeliepinguïns (Pygoscelis adeliae), die alleen voorkomen op Antarctica. Ze broeden tegenwoordig tijdens de Antarctische zomer op zo’n 250 plaatsen en vormen enorme kolonies aan de kust.

Om te achterhalen wat er gebeurd is op Long Peninsula gebruikten Sun en zijn team koolstofdatering om te schatten hoe oud de stoffelijke overschotten waren. Ze bestudeerden ook sedimenten, die uitwerpselen en nestmateriaal bevatten.

Ze ontdekten dat de pinguïns er al minimaal 3900 jaar leefden. De meeste sterfgevallen traden op in twee periodes, ongeveer 750 en 200 jaar geleden. Beide keren werden de kolonies daarna verlaten, zo valt af te leiden uit het feit dat er in de eeuwen daarna weinig sediment bijgekomen is.

De oorzaak lijkt te liggen in meerdere decennia van ongewoon zware sneeuw of regen. Het team stuitte op bewijs voor overstromingen die het sediment en de kadavers heuvel af voerden, en tekenen van erosie (Journal of Geophysical Research: Biogeosciencesdoi.org/ctj9).

Levensgevaarlijke regen

Regen is levensgevaarlijk voor pinguïns, zegt Yan Ropert-Coudert van Centre national de la recherche scientifique. ‘Vooral de kuikens zijn niet gemaakt voor natte weersomstandigheden’, zegt hij. Ze lopen daardoor een groot risico op onderkoeling. Als het gesneeuwd heeft, kunnen ouders moeilijker kiezels vinden om een nest te bouwen. En als de sneeuw vervolgens smelt, kunnen de kuikens erin verdrinken.

De oorzaak van het natte weer was waarschijnlijk een verschuiving in de Southern Annular Mode, een patroon van winden in de Zuidelijke Oceaan die extra vochtige lucht naar het oosten van Antarctica kan sturen. De huidige klimaatverandering zorgt ervoor dat dit vaker voor gaat komen.

Adeliepinguïns komen op veel plaatsen voor, dus kunnen ze een sporadische ramp wel overleven, zegt Steven Emslie at the University of North Carolina Wilmington. Maar ze komen steeds verder onder druk te staan. In april publiceerde Emslie een onderzoek naar de grootste hedendaagse adeliekolonie, op Kaap Adare. ‘Door de stijging van de zeespiegel zullen de stranden daar en bij Kaap Hallett langzaamaan onder water komen te staan  in de komende dertig tot vijftig jaar. Dat betekent dat honderdduizenden pinguïns een ander thuis zullen moeten zoeken.’

Dit pinguïnkarkas is 750 jaar oud. Bron: Yuesong Gao, Lianjiao Yang et al
Dit pinguïnkadaver is 750 jaar oud. Bron: Yuesong Gao, Lianjiao Yang et al

Ropert-Coudert heeft het rampzalige broedseizoen van 2013-14 in een grote kolonie op Petrel Island, in het oosten van Antarctica, in kaart gebracht: in dat jaar bracht geen enkele kuiken het er levend van af. De sneeuwval was toen buitengewoon zwaar. Bovendien waren de zwakke winden niet in staat het zee-ijs op te breken, waardoor de volwassen pinguïns niet genoeg voedsel konden vangen. En dat was niet de enige keer dat zoiets voorviel: ‘In 2016-17 hadden we op dezelfde plek een tweede massale mislukking bij het broeden’, zegt hij.

Natuurbeschermingsorganisatie IUCN schat het risico op uitsterven voor adeliepinguïns laag in. Maar het herhaalde broedfalen op Petrel Island is een slecht teken, volgens Ropert-Coudert. De oplossing is om klimaatverandering zo veel mogelijk tegen te gaan, zegt hij. Verder stelt hij voor beschermde gebieden in te stellen, zodat andere bedreigingen die van het veranderende klimaat niet kunnen verergeren.

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees ook: