De veestapel draagt aanzienlijk bij aan de uitstoot van het broeikasgas methaan. Daar kan wat aan worden gedaan. Een aangepast dieet kan ervoor zorgen dat koeien een stuk minder boeren laten.
Koeien blazen methaan (CH4) de lucht in. Niet alleen met winden, maar vooral met boeren en tijdens het ademen. Hoeveel methaan een rund produceert, ligt aan zijn dieet, de micro-organismen in de maag en de genen van het beest. Beïnvloed je die factoren, dan verandert ook de methaanuitstoot van het dier.
Wereldwijd neemt de veehouderij 15 procent van de uitstoot van broeikasgassen door menselijk handelen voor haar rekening. In Nederland is dat 10 procent. Een gemiddelde Nederlandse melkkoe produceert 19 gram methaan per kilo droge stof uit het voer. Methaan draagt 25 keer meer bij aan het broeikaseffect dan kooldioxide (CO2). Permanente vermindering van methaanuitstoot is daarom wenselijk.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
‘Een melkveehouder wil een dier dat goed melk produceert met zo min mogelijk voer’, zegt Jan Dijkstra, docent diervoeding bij Wageningen University & Research. ‘Koeien die efficiënter produceren, stoten minder methaan uit. Dit bereik je momenteel vooral door ander voer te geven.’
Ook bij de fok kan rekening worden gehouden met de methaanproductie. Fokkers zouden daarvoor de dieren moeten selecteren die minder methaan uitstoten bij een gelijke voeropname en melkproductie. Er is alleen wel een probleem: in een stal vol koeien, hoe weet je welke koe het minste methaan opboert?
Sleutelen aan een koe
Methaan is onzichtbaar en kleurloos, dus moet op een andere manier worden gemeten of en in welke mate het in de lucht zit. Dat kan in respiratiekamers – afgesloten kamers met sensoren die onder andere het methaangehalte van de in- en de uitgaande lucht meten. ‘Omdat je heel nauwkeurig luchtstromen kunt meten, weet je exact hoeveel methaan een koe uitstoot’, zegt Dijkstra.
Die metingen zijn echter duur en tijdrovend. Elke koe in een stal op deze manier meten, is daardoor praktisch onmogelijk. Andere nauwkeurige meetmethoden zijn nog niet voorhanden. Een fokker kan methaanuitstoot daardoor dus nog niet gebruiken als fokcriterium.
Afgezien van genen valt wel te sleutelen aan een koe. Dat kan door de samenstelling van micro- organismen in de pens – de eerste maag – te veranderen. Daarin zijn methanogene micro-organismen verantwoordelijk voor methaanvorming. ‘Dat we de micro-organismen kunnen veranderen wil echter niet zeggen dat het minder methaan oplevert’, zegt André Bannink, onderzoeker diervoeding bij Wageningen Livestock Research.
Twee koeien kunnen namelijk een compleet andere samenstelling van micro-organismen hebben en toch evenveel methaan produceren. Het hangt vooral af van de fysiologie van het dier. Een koe die kort herkauwt, minder speeksel produceert of voer kort in de pens opslaat, heeft waarschijnlijk een snellere groeisnelheid van micro-organismen en ademt wellicht minder methaan uit. ‘Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de combinatie van microben en fysiologie bij melkvee en nog minder naar de combinatie van microben, fysiologie en methaan’, zegt Bannink.
Ingrepen in het dieet
Hoewel permanente verandering via genen en micro-organismen nog op zich laat wachten, zijn de gassen die de dieren opboeren al wel minder methaanhoudend te maken door een andere voersamenstelling. Een Nederlandse koe eet veel gras. Bij vertering daarvan ontstaat waterstof. Methanogenen in de pens binden het waterstof aan koolzuur (kooldioxide) waardoor methaan en water ontstaat. Een boer van een Nederlandse koe bestaat voor de helft uit methaan.
Dit kan met 70 procent teruggedrongen worden als een koe volledig overgaat op graanrijk krachtvoer. Maar volgens Dijkstra is dat niet een goed idee. ‘Je geeft dan alleen granen, wat mensen ook kunnen eten. Het mooie van herkauwers is juist dat ze ruwe vezels in gras kunnen omzetten in bruikbare stoffen. Dat kan het spijsverteringsstelsel van mensen niet.’
Voor een rantsoen van louter granen moet de graanproductie omhoog en daar is in Nederland geen ruimte voor. Overigens bestaat het huidige krachtvoer grotendeels uit bijproducten die overblijven bij de productie van voedsel en drank voor menselijke consumptie.
Nitriet en omega-3
Niet het volledige dieet van een koe hoeft te veranderen om resultaat te behalen. Toevoegingen helpen ook, zoals nitraat in jong bladrijk gras. Nitraten reageren met waterstof waardoor nitriet ontstaat, wat leidt tot 30 procent minder methaan uitstoot bij koeien. Er blijft simpelweg minder waterstof over voor methaanvorming. Een veehouder moet wel voorkomen dat een koe te veel nitraat binnenkrijgt, want te veel nitriet is ongezond voor een koe en soms dodelijk.
Tientallen jaren geleden was lijnzaad al een voedingstrend in de veehouderij. De vetzuren hierin zorgen voor meer omega-3 in melkvet en dus een betere kwaliteit melk. ‘Tot in de jaren vijftig was het normaal lijnzaadkoeken te geven’, zegt Dijkstra. ‘Die vinden koeien hartstikke lekker.’
Het vet in lijnzaad drukt de methaanvorming, maar niet onbeperkt. Twee tot drie procent meer vet levert probleemloos 15 procent minder methaan op, maar bij meer dan drie procent verteert een koe haar eten minder goed en daalt de melkproductie.
Momenteel is er geen wet die voorschrijft hoeveel methaan een koe mag produceren en een boer wordt niet beloond voor een geringere methaanuitstoot van zijn vee. Het heeft bovendien geen prioriteit, veehouders zijn vooral druk om aan andere normen te voldoen zoals die voor fosfaat. Neemt niet weg dat veehouders, voerproducenten en fokkers samen methaanuitstoot wereldwijd kunnen terugdringen. ‘Maar een koe zal waarschijnlijk altijd methaan blijven opboeren’, zegt Dijkstra. ‘Methaanloos melken is een illusie.’
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: