Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Emely de Vet, hoogleraar Consumptie en Gezonde Leefstijl aan de Wageningen University.

‘Gezondheid is veel meer dan dingen die er in je lijf gebeuren en de defecten in je lichaam. Gezondheid gaat over de maatschappij. Hoe we zorg organiseren, maar ook hoe we omgaan met de planeet. Elk individueel mens heeft invloed op zijn eigen gezondheid. Wat eet je wel en wat niet? Drink je alcohol, rook je, ben je voldoende in beweging? Deze factoren spelen allemaal mee.

Emely de Vet
Emely de Vet. Beeld: Youtube/Wageningen University & Research

Je bent wat je eet

Voeding staat centraal in mijn onderzoek. Bij dit onderwerp komen veel psychologische mechanismen maar ook maatschappelijke processen samen. Wat je eet zegt iets over tot welke groep je wilt behoren. Je wordt beïnvloed door de mensen met wie je eet.

‘Invasieve exoten bestrijden  doet meer kwaad dan goed’
LEES OOK

‘Invasieve exoten bestrijden doet meer kwaad dan goed’

Het is doorgaans geen goed idee om invasieve exoten te bestrijden, stelt Menno Schilthuizen. Daarmee vertraag je het natuurlijke proces.

Sommige consumenten gaan anders eten omdat het beter is voor het klimaat. Dat is mooi, maar ik ben ook bang voor polarisatie. De gezonden tegen de ongezonden. Welvarende mensen kunnen makkelijker gezond en duurzaam eten, terwijl een ander zijn gehaktbal niet kan afstaan.

Daarnaast denken we teveel dat elke voedselkeuze bewust wordt genomen. Ons eetgedrag is sterk ingesleten in routines en gewoontes. Daarmee is het niet zo veranderlijk. De context is bepalender dan de goede voornemens.

Paaseitjes

Consumptie wordt soms bepaald door details in de context, zonder dat mensen het zelf doorhebben.  Zo deden we een experiment bij een bakker. Op de toonbank stonden paaseitjes die je kon pakken. In een andere situatie hadden we naast het bakje paaseitjes een mandje gezet met lege wikkeltjes. Wat bleek? In die tweede situatie werden er veel meer eitjes gegeten, omdat anderen het zichtbaar al eerder hadden gedaan.

Niet het voedselaanbod zelf, maar het sociale signaal eromheen zet aan tot eten. Deze hypothese is interessant en ga ik verder uitzoeken. Kleine aanpassingen in de omgeving kunnen grote gevolgen hebben. Op deze manier zou je mensen bijvoorbeeld vaker kunnen laten kiezen voor gezond voedsel.’