Voor een tot de nok toe gevulde zaal vond gisteren in Leiden het door New Scientist georganiseerde Gala van de Sterrenkunde plaats.
Aanleiding voor het Gala waren het twintigjarig jubileum van de Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie (NOVA) én het honderdjarig jubileum van de Internationale Astronomische Unie (IAU). Vooral gezien die laatste mijlpaal was de locatie – de Stadsgehoorzaal in Leiden – bijzonder toepasselijk: in diezelfde zaal vond in 1928 de derde algemene vergadering van de IAU plaats.
De presentatie was in handen van Jim Jansen, hoofdredacteur New Scientist, en Ewine van Dishoeck, topsterrenkundige en president van de IAU. Samen praatten zij voor een uitverkochte zaal het uitgebreide en gevarieerde programma aan elkaar. Bijzonder was dat een deel van het programma werd bijgewoond door koning Willem-Alexander, die met zijn gevolg plaatsnam op de eerste rij.
‘Een AI-systeem moet kunnen zeggen: dat is geen goed idee’
Het is belangrijk dat we AI-systemen kunnen vertrouwen. AI-onderzoeker Pınar Yolum stelt dat betrouwbare AI-systemen bezwaar moeten kunnen maken tege ...
Kunstgras
De aftrap was voor Heino Falcke, de astronoom die een sleutelrol speelde bij de totstandkoming van de opname van het superzware zwarte gat in het centrum van sterrenstelsel M87. Beginnend bij Einstein en diens algemene relativiteitstheorie werkte hij toe naar dé foto, die vele jaarlijstjes met wetenschappelijke doorbraken haalde. Ook blikte Falcke kort vooruit, onder meer naar een nieuwe telescoop in Namibië die de Event Horizon Telescope – het netwerk verantwoordelijk voor de foto – moet gaan versterken.
Daarna was het de beurt aan sterrenkundigen Inge Loes ten Kate en Frans Snik. Zij werden op het podium geïnterviewd over de mogelijkheden van leven op andere planeten, waaronder Mars. Ten Kate koppelde die kwestie aan het ontstaan van leven hier op aarde. En Snik onderzoekt hoe je aardse vegetatie van een afstand kunt herkennen, om dezelfde truc straks op planeten van andere sterren te kunnen toepassen. Een eerste succesje: het Amsterdamse Bos bleek goed te zien met de methode van Snik, maar het gras van de voetbalclub AFC niet – en terecht, want dat is geen echte vegetatie, maar kunstgras.
Amina Helmi – onlangs nog beloond met een Spinozapremie – sprak over het onderzoek naar ons eigen sterrenstelsel, de Melkweg. Een bijzonder stelsel is het niet, betoogde Helmi, maar dat is juist een voordeel: daardoor kunnen we veel leren over andere stelsels door het onze nader te bestuderen. Een cruciaal hulpmiddel bij dat onderzoek is de satelliet Gaia, die al de posities en bewegingen van 1,7 miljard sterren vastlegde en komende jaren nog meer data zal opleveren.
Interessanter dan dino’s
Het volgende item ging niet over sterrenkundig onderzoek an sich, maar over de communicatie daarover. Een dankbaar onderwerp om onder de aandacht te brengen, vertelde Pedro Russo, universitair docent astronomie en maatschappij aan de Universiteit Leiden: ‘Kinderen vinden zwarte gaten interessanter dan dinosaurussen.’ Bovendien is het een heel visuele wetenschap, vulde NOVA-perschef Marieke Baan aan, verwijzend naar de schitterende foto’s die het vakgebied oplevert. Jaap Vreeling, eveneens van NOVA, sprak over hoe hij kinderen in Namibië en het Caribisch gebied in contact brengt met sterrenkunde. Sterrenkundige Sera Markoff hamerde tot slot op het belang van diversiteit binnen de wetenschap, die immers de samenleving moet representeren. Bovendien, zo stelde ze, zijn teams met een diverse samenstelling creatiever.
Na een muzikaal intermezzo van de Vlaamse artiest Lodewijk Lenaerts betraden wetenschapsjournalisten George van Hal (de Volkskrant) en Ans Hekkenberg (New Scientist) het podium voor een bloemlezing van bizarre kosmische verschijnselen uit hun recent verschenen boek Het kosmisch rariteitenkabinet. Een korte quiz toonde aan dat zelfs het voor een groot deel uit astronomen bestaande publiek nog onderschatte hoe vreemd ons heelal op plekken kan zijn.
De eerste helft werd afgesloten door een op Texel gefilmd interview van Jim Jansen met de 98-jarige sterrenkundige Kees de Jager, die onder meer vertelde hoe hij in het vak belandde. Er was geen droog brood mee te verdienen, maar ach: je kon altijd nog natuur- of wiskundeleraar worden, zo hield hij zijn ouders voor.
De verrassing was groot toen De Jager vervolgens ook lijfelijk aanwezig bleek bij het Gala en kort het podium betrad om Van Dishoeck als felicitatie een vijftal tompoucen aan te bieden.
Vreedzame buren
Na de pauze kwam misschien wel de grootste sterrenkundige mijlpaal van de afgelopen jaren aan bod: de eerste directe waarneming van zwaartekrachtgolven door het experiment LIGO. Die vormde de opmaat voor de zogenoemde multimessenger astronomy, vertelde astronoom Samaya Nissanke. Dat wil zeggen: het waarnemen van één en dezelfde astronomische gebeurtenis door naar verschillende ‘boodschappers’ te kijken, te weten licht en andere vormen van elektromagnetische straling, zwaartekrachtgolven en deeltjes zoals neutrino’s.
Na een quiz van Astronomy on Tap werden sterrenkundige kopstukken Tim de Zeeuw en Ed van den Heuvel door Jansen aan de tand gevoeld over hoe NOVA het twintig jaar geleden tot toponderzoeksschool wist te schoppen. Voor een zware commissie waarin allerlei vakgebieden waren vertegenwoordigd, tot psychologie aan toe, moesten ze destijds hun voorstel verdedigen. Aanvankelijk meenden ze het te hebben verbruid, maar NOVA kreeg wel degelijk de felbegeerde ‘topstatus’ met de bijbehorende financiering. Sindsdien fungeert de organisatie als bindende factor van het sterrenkundig onderzoek aan de Nederlandse universiteiten.
Begeleid door inspirerende beelden kroop astronoom Vincent Icke in de huid van geavanceerde buitenaardse wezens – of, zoals Icke zelf liever zegt: exoburen – die de aarde en zijn bewoners aanschouwen. Zijn punt: we moeten van intelligentie naar begrip, iets waar op onze planeet alleen de mens toe in staat is. Verder is angst voor agressieve exoburen wat Icke betreft ongegrond: een soort die opklimt tot een beschaving die de hele Melkweg bereist, moet wel vreedzaam zijn.
Vreemde eend
Hierna werd een speciaal voor de voorstelling gemaakt Rad van Fortuin het podium op gereden, en bleken acht willekeurige toeschouwers een gouden envelop te hebben gekregen. Daar zaten vragen in als ‘Gaan wij de ontdekking van buitenaards leven nog meemaken?’, die sterrenkundige Joeri van Leeuwen (ASTRON) en Frank Helmich, hoofd van het astrofysicaprogramma van SRON moesten beantwoorden.
Nadat de a-capellagroep Yellow Submarine het publiek versteld had doen staan met hun uitvoeringen van Fly Me to the Moon en The Element Song, maakte planeetonderzoeker en juryvoorzitter Sebastiaan de Vet bekend dat Maurice Toet de Astrofotowedstrijd had gewonnen. Lees er hier meer over.
Het slotakkoord was voor astronaut André Kuipers, die zei zich als ruimtevaartman een vreemde eend in de bijt te voelen op een sterrenkundegala. Vervolgens wist hij echter met tal van voorbeelden de verbanden tussen beide vakgebieden duidelijk te maken. Ook haalde hij jaloersmakende herinneringen op aan astronomische verschijnselen die hij vanuit het ruimtestation ISS had kunnen zien.
Daarmee kwam een eind aan een even goed bezocht als geslaagd ‘zusje’ van het Gala van de Wetenschap, dat New Scientist al jaren organiseert. En de familie wordt nog verder uitgebreid: op 20 mei 2020 vindt het Gala van de Biodiversiteit plaats in het natuurhistorisch museum en onderzoekscentrum Naturalis. Meer details daarover volgen binnenkort.