Aan de hand van wetenschap, geschiedenis en filosofie doet Maarten Boudry in Waarom ons klimaat niet naar de knoppen gaat uit de doeken hoe hij tot dit optimistische inzicht komt.
Het vertrouwen van de Vlaamse filosoof Maarten Boudry is niet blind: hij stelt dat een goede afloop mogelijk is, áls we ons daartoe inspannen en geen domme dingen doen. Op wat voor manier we ons moeten inspannen zet Boudry uiteen in Waarom ons klimaat niet naar de knoppen gaat – op heldere wijze, met de nodige humor.
Eén van de redenen voor zijn optimisme ontleent Boudry aan de geschiedenis. Meermaals werd in het verleden voorspeld dat we tegen de grenzen van de planeet aan zouden lopen. Telkens zorgden technologische doorbraken ervoor dat we deze scenario’s ontweken. Een klassiek voorbeeld is de voorspelling dat het groeiende aantal paarden tegen 1950 zou leiden tot een metersdikke laag stront in de Londense straten.
Kernenergie
Het technische wonder waar Boudry zijn klimaatoptimisme aan dankt, is kernenergie. Hij betoogt dat we het met alleen hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon niet zullen redden: onder meer omdat windmolens en zonnepanelen afhankelijk zijn van het weer en een groot beslag leggen op de ruimte. Kernenergie is wat hem betreft de beste oplossing die we voorhanden hebben. Zo becijfert hij dat kernenergie de minst vervuilende en minst dodelijke energiebron is. Ook bepleit hij dat het kernafvalprobleem veel kleiner is dan veel mensen denken.
Hoewel zijn betoog voor kernenergie een aanzienlijk deel van het boek beslaat, staat Boudry open voor alternatieven. Mocht er bijvoorbeeld een revolutie in batterij- of waterstofopslag plaatsvinden, dan mogen van hem alle kerncentrales op de schroothoop. Waar hij wel van weg wil blijven, is economische krimp. Boudry is ervan overtuigd dat de klimaatcrisis juist met groei en technologische innovatie op te lossen is. En mocht dat toch niet lukken, dan belooft hij de kopers van het boek hun geld terug.