Bij een experiment in de jaren tachtig werden proefpersonen gevraagd een knop in te drukken op een willekeurig moment. Onderwijl werd hun hersenactiviteit gemeten. Wat bleek? Milliseconden voordat de proefpersonen drukten, was het proces in de hersenen al in gang gezet. De bewuste keuze was blijkbaar niet zo bewust.
Ook het verhaal over een eeneiige tweeling die opgroeide in verschillende gezinnen doet vrije wil geen goed. Beide jongens werden James genoemd, trouwden een Linda en hertrouwden een Betty, hadden dezelfde favoriete schoolvakken, rookten evenveel en kregen op het zelfde moment hoofdpijn. Hun genen moeten wel allesbepalend zijn geweest.
Vrije wil lijkt een fabeltje. Maar de Britse filosoof en publicist Julian Baggini laat zich in Herwonnen vrijheid niet makkelijk overtuigen. Volgens haar zijn experimenten niet vergelijkbaar met het dagelijks leven. Bij tweelingen zoeken we liever overeenkomsten dan verschillen. Baggini brengt de eeuwenoude discussie over de vrije wil uitgebreid in kaart, waarin ze zowel filosofie als andere wetenschap betrekt. Bestaat de vrije wil? Jazeker, zegt Baggini, als je maar wil.
Lees ook: