Soms zijn vraagstukken niet op te lossen omdat ons denkraam en taal te beperkt is. Soms zijn vraagstukken niet op te lossen omdat het praktisch niet kan. En er zijn veel van dat soort problemen, genoeg voor 500 pagina’s.Watjebreintebovengaat_cover

Stel je een klein dorpje voor, met maar één kapper. De mannelijke dorps-bewoners moeten zich aan twee simpele regels houden. Wie zichzelf scheert, wordt niet door de kapper geschoren en wie zich niet scheert, wordt wel door de kapper geschoren. Kan zo’n dorpje bestaan? Het antwoord is nee. De kapper zelf kan zich namelijk nooit aan beide regels houden.

De kappersparadox is een van de vele problemen die onoplosbaar zijn, doordat ze een zelfverwijzing bevatten. De kapper is zowel dorpsbewoner als onderdeel van de dorpsdefinitie, wat leidt tot een contradictie. Computerwetenschapper Noson Yanofsky behandelt veel van zulke onoplosbare problemen in het bijna 500 pagina’s tellende boek Wat je brein te boven gaat.

Zandkorrels

De insteek van het boek is origineel, omdat het niet gaat over problemen die we nu niet kunnen oplossen, maar over problemen waarvan bewezen is dat we er ook in de toekomst onze tanden op zullen stukbijten.

Dat kan komen door de beperkingen van ons denkraam en onze taal. Het is bijvoorbeeld onmogelijk te definiëren vanaf hoeveel zandkorrels je kunt spreken van een berg, terwijl een berg wel degelijk is opgebouwd uit zandkorrels. Bij andere problemen staan praktische beperkingen in de weg. Zo zal een computer er grofweg 10142 eeuwen over doen om alle mogelijke routes tussen zes steden te berekenen.

In de eerste hoofdstukken passeren veel van zulke filosofische en wiskundige hersenkrakers de revue. Gaandeweg worden de problemen van steeds fundamentelere aard, bijvoorbeeld als de auteur ingaat op interpretatie-kwesties van de quantummechanica. Dan blijken de gevolgen van de onoplosbaarheid een stuk groter. Waar de kappersparadox slechts leidt tot de conclusie dat een dergelijk dorpje niet kan bestaan, volgt uit quantum-experimenten dat deeltjes net als mensen een vrije wil moeten hebben.

Diepste laag

Afbeeldingen zoals deze heten fractals. Ze ontstaan uit wiskundige formules die voortdurend naar zichzelf verwijzen en daardoor onoplosbaar zijn. Bron: geek3
Afbeeldingen zoals deze heten fractals. Ze ontstaan uit wiskundige formules die voortdurend naar zichzelf verwijzen en daardoor onoplosbaar zijn. Bron: geek3

De geleidelijke overgang van raadsels naar fundamenteel wetenschappelijke vraagstukken zorgt ervoor dat het boek steeds fascinerender, maar ook steeds pittiger wordt. Ook al is Yanofsky’s uitleg van begin tot eind kraakhelder, veel wiskundige theorieën en filosofische verhandelingen zullen bij niet-diehards het brein daadwerkelijk te boven gaan.

Uiteindelijk bereikt het boek in de laatste hoofdstukken zijn diepste laag, wanneer vragen langskomen als: ‘Waarom gedraagt het heelal zich volgens vaste wetten?’. Yanofsky slaagt erin het boek niet zweverig te maken door bij zulke vragen de verschillende mogelijkheden vanuit wetenschappelijk oogpunt te beschouwen. Je kunt bijvoorbeeld uitgaan van een godheid die alles reguleert, maar ook denken dat er een oneindig aantal universums zijn.

In het leeuwendeel van Wat je brein te boven gaat laat de auteur het aan de lezer over een oordeel te vellen. Pas in het laatste hoofdstuk treedt Yanofsky wat meer op de voorgrond en blijkt dat hij zeker niet ontmoedigd is door alle onoplosbare problemen in de wetenschap. Leg je er maar bij neer, is zijn verstandige advies.

Wat je brein te boven gaat
Noson S. Yanofsky
Atlas Contact
Bestel in onze webshop

Lees verder: