Sterrenkundige Roy Smits weet in Telescopen en tijdmachines vooral te boeien als hij schrijft over het type telescopen waar hij zelf mee werkt.
In Den Haag werd tien jaar geleden een opera opgevoerd die werd gezongen in het Klingon, de fictieve taal van een alienras uit Star Trek. De organisatie wilde graag de wezens bedanken die dit meesterwerk mogelijk hadden gemaakt en zonden daartoe een boodschap richting de ster Arcturus, waar de Klingons zouden wonen. Dat deden ze met de Dwingeloo Radiotelescoop. De uitnodiging zal in 2047 arriveren.
Het zijn zulke anekdotes die Telescopen en tijdmachines van sterrenkundige Roy Smits her en der wat schwung geven. Aanvankelijk heeft het boek namelijk wel wat weg van een lesboek dat ook de naam Introductie in de sterrenkunde had kunnen dragen. De eerste honderd pagina’s bieden de lezers een wat schools geschreven overzicht dat start bij de Oude Grieken en dat het zonnestelsel, de geschiedenis van telescopen en een portie natuurkunde behandelt.
Aanstekelijk enthousiasme
Pas als de radiotelescopen aan bod komen, komen de interessante historische verhalen en de grappige persoonlijke anekdotes. Daarbij werkt Smits enthousiasme aanstekelijk en ga je geïnteresseerd van de ene pagina naar de andere. Helaas levert het boek daarna weer wat van die geestdrift in, wanneer het de rest van het elektromagnetisch spectrum afhandelt.
Al met al lijdt het boek onder de behoefte om compleet te zijn. Telescopen en tijdmachines is alsnog zeer geschikt voor iedereen met een voorliefde voor telescopen. Maar als Smits de kwaliteit van het radiotelescopendeel het hele boek had kunnen vasthouden, was het een aanrader geweest voor iedereen.