Kunnen vissen, bijen en zelfs garnalen tellen? Het antwoord is ja! Dit onderhoudende boek laat zien hoe en waarom zij – en wij – dat doen.
Tellen lijkt zo eenvoudig in ons dagelijks leven, maar wat is het eigenlijk en waarom doen we het? Hoogleraar neurologie Brian Butterworth legt dat in dit even diepgaande als prettig leesbare boek stapsgewijs uit.
Net als de mens maken mieren dagelijks keuzes op basis van getallen. Of het nu gaat om voedsel, vrijpartners of vijanden: het is voordelig om te weten of het er veel zijn. Apen kiezen de boom met het meeste fruit. Vissen zwemmen het veiligst in de grootste school. En kikkers kiezen een partner die veel kwaakt.
Butterworth onderbouwt de evolutionaire voordelen van tellen met verrassend experimenteel onderzoek in het dierenrijk. Mieren vinden de weg terug dankzij een interne stappenteller. Walvissen navigeren op locatiedatapunten. Bijen communiceren door te dansen in een ingewikkeld wiskundig patroon. En bij veel dieren worden de beste tellers de leiders van de groep.
Ook gaat Butterworth terug in de geschiedenis. Wiskunde is de taal van het universum, stelden wetenschappers zoals Galileo, Pythagoras en Tesla. Dieren en mensen kunnen de numerieke taal van het universum lezen, omdat het cruciaal is om te overleven. Zo komt Butterworth tot de kern van het ‘opmerkelijke rekenkundige brein van mens en dier’.
Tellen zit namelijk geprogrammeerd in de neuronen van de hersenen van alle levende wezens. Binnen de evolutie is daar ook bewijs voor. Genen om tijd te begrijpen, of andere wiskundige structuren van de wereld, bestaan al meer dan 600 miljoen jaar. Zelfs de meest eenvoudige organismen kunnen simpel tellen.
Gaandeweg haalt Kunnen vissen tellen? theorieën aan uit vele onderzoeksvelden, wat soms leidt tot complexe, abstracte concepten. Maar Butterworth houdt de aandacht vast met alle bijzondere waarnemingen. Wist je bijvoorbeeld dat cicaden in priemgetallen denken?