Thomas Hertog beschrijft Stephen Hawkings radicale kijk op kosmologie in een diepgaand en prettig duizelingwekkend boek.
Het heelal lijkt perfect voorbereid op onze komst. Als de zwaartekracht net anders was geweest, of als het neutron net wat zwaarder was geweest, waren er nooit sterren, planeten en mensen ontstaan. Een raadselachtig toeval, dat de beroemde fysicus Stephen Hawking per se wilde verklaren. Samen met zijn Vlaamse collega Thomas Hertog ontwikkelde hij een radicaal nieuwe kijk op kosmologie. Op zijn sterfbed droeg Hawking zijn Leuvense kompaan op om hun inzichten te bundelen in een boek. Zo ontstond Het ontstaan van de tijd.
In het boek behandelt Hertog de vele theorieën en concepten die een rol spelen in de studie van het heelal, zoals snaartheorie, relativiteitstheorie, quantummechanica, de oerknal en zwarte gaten. Dat lijkt een ratjetoe aan onderwerpen, maar dankzij de rode draad van het levensvriendelijke heelal zit het boek uitstekend in elkaar.
Filosofische twist
In de tweede helft wordt het boek filosofischer. Hertog introduceert dan de ommezwaai in denken die Hawking begin deze eeuw maakte. Natuurkundigen proberen altijd het heelal ‘van buitenaf’ te bekijken. Maar omdat in de quantummechanica de waarnemer een centrale rol speelt, was dit ‘godenperspectief’ volgens Hawking niet langer houdbaar. Hij verruilde het voor een ‘wormperspectief’: een visie waarin de natuurwetten op gelijke voet staan met de deeltjes, apparaten en mensen die de natuur beïnvloeden.
Verder stelde Hawking dat het onmogelijk is het heelal vanaf de oerknal tot nu te beschrijven. Je kunt beter vanuit het heden terugkijken naar het verleden. Zo behandel je de ontwikkeling van het heelal zoals de evolutie van leven. Alle natuurwetten, bijvoorbeeld ook het verstrijken van de tijd, komen dan voort uit een evolutionair samenspel rond de oerknal.
Hawkings sparringpartner
Elk hoofdstuk heeft een leuke introductie en afsluiting, vaak over Hertog en Hawking zelf. De weergaven van hun gesprekken, vanwege Hawkings toestand altijd kort maar krachtig, geven een mooi inkijkje in hun interactie – zeker als die in een Cubaanse danstent plaatsvonden. Hertog zet Hawking op een voetstuk en roemt zowel zijn brille als zijn persoonlijkheid. Jammer genoeg lijkt de Leuvenaar zijn eigen inbreng wat weg te cijferen: hij presenteert zichzelf vooral als sparringpartner.
Al met al zit het boek tjokvol boeiende informatie. Door de flinke diepgang is het niet geschikt als eerste introductie in de kosmologie. Maar als u enige basiskennis hebt, zal het boek uw hoofd op een prettige manier doen duizelen.