Elke maand vraagt New Scientist een wetenschapper om een boekentip. Deze keer: hoogleraar klimaatverandering en systeemtransities Heleen de Coninck raadt Het ministerie voor de toekomst van Kim Stanley Robinson aan.
‘We bevinden ons in de niet zo verre toekomst. In India zijn de temperatuur en luchtvochtigheid zo gestegen dat mensen er nauwelijks naar buiten kunnen zonder te sterven. Iedereen is in paniek en er breken gevechten uit om de laatste airconditioners. Twintig miljoen mensen overleven het niet.
In Het ministerie voor de toekomst beschrijft Kim Stanley Robinson ontwikkelingen op de wereld in de komende vijftig jaar, waarin klimaatverandering de hoofdrol speelt. Het boek begint met die vreselijke hittegolf in India, die Robinson heel indringend beschrijft. Deze hittegolf zet een hele reeks aan gebeurtenissen in gang.
Het is een indrukwekkend fictieboek, waarbij Robinson zich echt op wetenschap baseert. Alles kán echt gebeuren. Ik vind het mooi dat Robinson niet alleen aandacht heeft voor natuurwetenschap, maar ook voor de wetenschap achter sociale processen. Er ontstaat bijvoorbeeld klimaatterrorisme: een ondergrondse beweging schiet privévliegtuigen uit de lucht en liquideert CEO’s van oliebedrijven. Maar er gebeurt ook veel positiefs: de centrale banken van de wereld gaan een ‘koolstofmunt’ uitgeven die het beloont dat bijvoorbeeld boeren koolstof in hun bodems houden. Dat leidt tot minder armoede en minder CO2 in de lucht.
Ondanks alle nare gebeurtenissen, is het vooral een hoopvol boek. De wereld reageert. Burgers, politici, wetenschappers, bedrijven, banken, iedereen heeft een rol in dit boek. Robinson heeft goed gezien dat dergelijke collectieve actie nodig is, al verloopt het rommelig. Dat maakt het een enorm rijk en wijs boek, een echte mustread.’