Hoe meer kunstlicht, hoe meer problemen voor dier en mens. Johan Eklöf pleit daarom in Het duisternismanifest voor meer donkerte in ons leven.

Licht is de schurk in het verhaal van ecoloog Johan Eklöf. ‘De kans bestaat dat we binnen een generatie de nacht kwijtraken’, stelt hij in Het duisternismanifest.

Dat kunstlicht niet thuishoort in de natuur, klinkt logisch. Toch weten maar weinig mensen hoe verstrekkend de gevolgen zijn van ‘lichtschade’. Eklöf laat met treffende en concrete voorbeelden zien welke ravage felle lampen in ecosystemen aanrichten. Insecten raken gedesoriënteerd, paringsrituelen worden verstoord en dag- en nachtritmes gaan door elkaar lopen, soms met grote sterfte tot gevolg.

Barrière

Van bioluminescentie bij vuurvliegjes tot navigatie op maanlicht: overal op aarde speelt licht in de natuur een rol. Eklöf weet dat mooi te vangen en legt uit wat er gebeurt als dit natuurlijk licht in het gedrang komt. Ook de mens is volgens hem de dupe. Zo verstoort kunstlicht onze slaap en creëert het een barrière tussen ons en de sterrenhemel.

Een minpunt is dat het boek is doorspekt met anekdotes en geschiedenislessen die wat wijdlopig zijn en niet veel toevoegen aan de boodschap van de auteur. Daarnaast is en blijft het een manifest, waardoor veel hoofdstukken eindigen met hetzelfde voorspelbare standpunt: we moeten wat doen.