Heb je je altijd al afgevraagd hoe het liefdesleven van dieren eruitziet? Kijk dan niet verder dan je eigen bedgevogel. De overeenkomsten zijn niet te tellen, blijkt uit Het beest in ons.
Toen seks net was uitgevonden, kwam er nog weinig romantiek bij kijken. Seks ontstond in de oertijd, toen eencelligen elkaar gingen opzoeken in tijden van tegenspoed. Ze gingen genen uitwisselen, klonterden samen en fuseerden. Zodoende hadden ze als soort een betere overlevingskans dan de organismen die alleen bleven.
Geslachtelijk voortplanten zorgt voor veel genetische variatie. Dat kan een organisme niet verwezenlijken als ze alleen maar zichzelf klonen, en dus in feite slechts ‘kopieën’ maken. Dat gaat na heel veel kopietjes mis, omdat er steeds meer genetische foutjes optreden tijdens het kopiëren. Bij seks treedt zo’n opeenstapeling niet op.
Inmiddels is seks uitgegroeid tot een soort oerdrift die de soort in stand houdt – ook de onze. Als je nagaat dat de toekomst van onze soort ervan afhangt, is het opmerkelijk dat die biologische noodzaak niet wat vaker op de voorgrond treedt in ons bewustzijn. Niemand zal immers zeggen dat hij of zij zin heeft in seks om de toekomst van Homo sapiens veilig te stellen.
Toch zijn we onbewust wel dag in dag uit bezig met die driften. Hoe dat werkt, is een van de onderwerpen die aan bod komen in het boek Het beest in ons. Daarin stelt bioloog en wetenschapsjournalist Dagmar van der Neut de meest uiteenlopende vragen over liefde en seks bij zowel mens als dier. Er komen vragen aan bod als: Hoe natuurlijk is monogamie? Waarom hebben vogels geen piemels? Zijn mannen oversekst en vrouwen kuis? Hoe is liefde ontstaan?
De evolutiebiologie en gedragsbiologie hebben op al die vragen inmiddels een redelijk bevredigend antwoord gevonden. Toch blijft de ontstaansgeschiedenis van liefde nog vrij mysterieus. Sommige wetenschappers denken dat romantische gevoelens ontstonden bij warmbloedige dieren. De jonkies daarvan hebben veel voedsel nodig, om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Dat is als ouder niet in je eentje te doen, en dus moet er een biologisch mechanisme ontstaan dat een stevige band tussen beide (toekomstige) ouders smeedt.
Een andere theorie stelt dat de evolutie van de romantische liefde enigszins gelijkloopt met de evolutie van het mensenbrein. Het brein was op een gegeven moment zo groot, dat baren een dodelijke klus werd voor de moeder. De oplossing was baby’s te vroeg ter wereld te laten komen, zodat het nog onderontwikkelde hoofd in ieder geval nog enigszins door het geboortekanaal past. De moeder overleeft dat in veel gevallen, maar het gevolg is wel een hulpeloze baby. De zorg daarvoor is te zwaar voor de moeder alleen. Vader moet ook helpen bij de opvoeding, en die zou zich alleen daartoe laten verleiden wanneer er iets als liefde in het spel is.
Van der Neut beschrijft deze en vele andere theorieën zowel verhelderend als geestig. Haar boek maakt op een jolige, maar ook serieuze manier duidelijk dat we dichter bij het dierenrijk staan dan we ons in bed realiseren.
- Het beest in ons – Liefdeslessen uit het dierenrijk
- Dagmar van der Neut
- Thomas Rap
- € 14,90
Lees verder: