Wilma de Rek en Witte Hoogendijk leggen uit waarom we ons vaak beestachtig gedragen.
Er zit een restje vis in ons oor. Ja, echt. Onze schepper had ergens nog een stelletje kieuwbogen liggen van zo’n vijfhonderd miljoen jaar geleden, toen de eerste vis door de oceanen zwom. Naarmate het menselijk embryo groeit, verdwijnt een deel van die kieuwbogen in de middenoorbeentjes. Ook de stresssystemen die je voelt aanslaan als de wekker gaat, ontstonden ooit in het lijf van een vis, stellen journalist Wilma de Rek en psychiater Witte Hoogendijk in Leef als een beest.
Door de ontwikkeling van ons brein leven we nu heel anders dan onze voorouders. Maar ons lichaam is nog niet aangepast aan de nieuwe omgeving. Systemen die van onze verre voorouders afstammen, hebben nog steeds in grote mate invloed op ons leven.
Zo zijn we gebouwd op schaarste. Dat is logisch, want natuurlijke selectie is het gevolg daarvan. Zonder schaarste zou er geen selectiedruk zijn. Dit bouwplan brengt in het dagelijks leven wel wat problemen met zich mee. Onze intuïtie is niet op een leven in overvloed ingesteld. De auteurs schrijven dan ook: ‘We blijven geneigd elke muffin en Bossche bol te bespringen alsof hij onze laatste kans op overleving is.’ Erg herkenbaar.
Net als Bossche bollen, is ook het boek het verslinden waard. Hoewel lezen nou net geen beestachtig trekje is, zou ik toch willen zeggen: lees als een beest.