In Futurama neemt journalist Fanta Voogd zijn lezers mee terug in de tijd, naar de toekomstvoorspellingen van toen.
Toekomstvoorspellingen zeggen misschien wel meer over het heden dan over de toekomst. Ze zeggen iets over maatschappelijke behoeftes, de huidige stand van de techniek, en het vermogen om buiten de bereikte grenzen van de wetenschap te fantaseren. In Futurama gaat journalist Fanta Voogd in op de vraag welke dromen uitkwamen, en welke (voorlopig) bedrog bleken.
Sommige toekomstdromen zijn verrassend constant. Robots, snel en goedkoop transport, gratis energie: dat zijn allemaal concepten die de hele geschiedenis door terugkwamen. Hetzelfde geldt overigens voor toekomstnachtmerries: de angst voor overbevolking gaat terug tot de oude Grieken.
Grillig en onvoorspelbaar
Terugkijkend in de geschiedenis lijkt technologische ontwikkeling een rechtlijnig proces, met een logische uitkomst. In werkelijkheid is het verloop echter grillig en onvoorspelbaar en kennen veel uitvindingen een valse start. Aan iedere succesvolle uitvinding gaan talloze mislukte projecten vooraf, die vaak eindigen in een anoniem graf. Door juist aan de laatste categorie veel aandacht te schenken, krijgt Futurama de sfeer van een avonturenroman.
Er is geen eenduidig antwoord op de vraag waarom sommige projecten nooit tot wasdom kwamen. Sommige projecten waren simpelweg technologisch onmogelijk, anderen hadden (toentertijd) onvoldoende praktische toepassingen. En misschien wel de interessantste reden voor gefaalde projecten: domme pech.
Dromers
Futurama is een bundeling van de rubriek ‘Voortwaarts’ uit het blad De Ingenieur. Voordeel van deze bundelvorm is de afwisseling in onderwerpen. Nadeel is dat er soms meer nieuwsgierigheid wordt opgewekt dan er gevoed kan worden.
Maar als Futurama één ding laat zien, is het wel dat het vermogen om te dromen de motor achter wetenschappelijke vooruitgang is. Voorspellingen beschrijven de toekomst niet alleen, ze creëren haar ook. Het zijn de dromers die de werkelijkheid vormgeven.