Toen Christiaan Huygens de breking van licht in IJslands kristal beschreef, begon hij met de Griekse term heurèka, ‘ik heb het gevonden’, alsof het idee plotseling in hem was opgekomen. Uit zijn manuscript blijkt echter dat Huygens eerder al een schetsje had gemaakt van zijn theorie, die hij met nieuwe meetgegevens omzette in een uiterst nauwkeurige tekening. Pas daarna schreef hij over zijn eurekamomentje.
Met dit voorbeeld illustreert sterrenkundige Vincent Icke in De principes van Huygens de wetenschappelijke werkwijze van Christiaan Huygens. Door de vaste cyclus van waarnemen, opmerken, veronderstellen en voorspellen te volgen, bereikte Huygens volgens hemzelf ‘een mate van waarschijnlijkheid die bijna niet onderdoet voor absolute zekerheid.’ Dit duidt Icke aan als Huygens’ Principe van het Onderzoek.
Daarnaast behandelt Icke het Principe van het Licht. Opmerkelijk daarbij is dat Huygens het wel voortdurend over golven heeft, maar dat zijn theorie natuurkundig gezien niet over golven gaat. Icke laat zien dat deze ogenschijnlijke misser juist de genialiteit van Huygens en zijn werkwijze aantoont.
- De principes van Huygens
- Vincent Icke
- Historische uitgeverij
- €25,-
- Bestel dit boek in onze webshop
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: