In Drankje? legt David Nutt uit waarom we alcohol drinken en wat daar de voors en tegens van zijn.
De Romeinen hadden bacchanalen, de Oude Grieken hadden symposia, wij hebben – in normale tijden dan – bruisende cafés, vrijgezellenfeesten, kerstborrels en etentjes. Grote overeenkomst: de rijkelijk vloeiende alcohol.
Alcohol heeft zich in de loop van duizenden jaren ontwikkeld tot hét sociale smeermiddel bij uitstek. Best knap, want op zichzelf is het spul niet te hachelen. We moeten flink wat kunstgrepen uithalen om er iets smakelijks van te maken. De eerste slok bier die je in je leven neemt, is dan ook zelden een doorslaand succes. De liefde voor de smaak van alcohol is aangeleerd. Je koppelt hem aan het prettige effect dat er vaak op volgt.
Alcohol is een vreemd goedje, met een hoop nare effecten. In Drankje? vertelt psychiater en hoogleraar neuropsychofarmacologie David Nutt wat hij in meer dan veertig jaar allemaal over alcohol te weten is gekomen. Behalve onderzoeker was hij ook hoofdadviseur van de Britse overheid op het gebied van drugs. In 2009 werd hij uit die functie ontslagen, naar eigen zeggen omdat hij alcohol de schadelijkste drug in het Verenigd Koninkrijk noemde.
Waarom vinden we alcohol zo fijn? Wat doet dit stofje met het lichaam? Wat zijn de voor- en nadelen ervan? In dit fijn leesbare boek behandelt Nutt de wetenschap achter alcohol tot op de bodem. Hij wordt daarbij nooit prekerig, wat een slok op een borrel scheelt. Een aanrader voor iedereen die in het vervolg graag goed geïnformeerd het glas heft.