De tentoonstelling Dinomakers in Teylers Museum laat zien hoe wetenschappers en kunstenaars al sinds de negentiende eeuw de handen ineenslaan om dinosaurussen af te beelden.
Waar zogenoemde paleokunstenaars het vroeger met een paar botjes moesten doen als ze een dino wilden afbeelden, werden er in de loop van de tijd steeds meer resten gevonden. Zo heeft de Iguanodon op een aquarel uit 1851 een puntje boven zijn neus. Meer dan een paar tanden en dat puntje waren toen ook nog niet gevonden. Zo’n honderd jaar later bleek dit puntje echter deel uit te maken van de poot van het dier, zo vertelt Dinomakers.
Al bij binnenkomst van de zaal zijn de dinosaurussen niet te missen. De uitvergrote aquarel in het midden en de twee grote schilderijen van skeletten aan weerszijden nodigen gelijk uit om verder te kijken.
Zowel de vooruitgang in de kunst als in de wetenschap is mooi weergegeven. De tentoonstelling beperkt zich bovendien niet tot tweedimensionale afbeeldingen. Er zijn verschillende beeldjes van dino’s te zien, alsmede een nagemaakt skelet. Daarnaast haakt de tentoonstelling aan bij de bekendste dinofilm aller tijden: Jurassic Park. Bezoekers kunnen ook even voelen aan de huiden die dinosaurussen gehad kunnen hebben.
Voor kinderen is er eveneens genoeg te beleven. Een speurtocht, een aantal ‘archeologische opgravingen’ en een tekenopdracht leiden jonge bezoekers op een speelse manier door de tentoonstelling. En daarmee is Dinomakers een avontuur voor jong en oud.