In De meeste mensen deugen betoogt Rutger Bregman dat de mens niet zo slecht is als veel illustere denkers en experimenten doen vermoeden.
Je hebt schrijvers die het prima vinden om in hun boek een klein onderwerp helemaal uit te diepen – en je hebt schrijvers die voor niets minder gaan dan het veranderen van je hele kijk op de mensheid. Jared Diamond deed dat bijvoorbeeld met Zwaarden, paarden en ziektekiemen. Steven Pinker met Ons betere ik. En historicus Rutger Bregman – inmiddels wereldberoemd dankzij zijn tirade tijdens het World Economic Forum in Davos, die viral ging – met De meeste mensen deugen.
Van bureaucraat tot massamoordenaar
Bregmans stelling lijkt simpel: de mens is van nature geneigd tot het goede. Op zich geen nieuw standpunt, maar er zijn wel legio tegenvoorbeelden aan te voeren. Liet psycholoog Stanley Milgram niet zien dat het overgrote deel van de mensen bereid is anderen op commando dodelijke stroomstoten toe te dienen? Bleek uit het Stanford Prison Experiment niet dat we in een handomdraai in tirannen veranderen als we het uniform van een gevangenisbewaarder mogen aantreffen? En was SS’er Adolf Eichmann niet hét bewijs dat je elke saaie bureaucraat een massamoord kunt laten plannen?
Deze en andere voorbeelden serveert Bregman echter vakkundig af. Ook prominente voorgangers als Diamond en Pinker krijgen waar nodig een veeg uit de pan. Wat overblijft, is een beeld van de mens als een soort die in principe is geneigd tot samenwerken – als hij daar maar de kans toe krijgt. En als je daar eenmaal van uit durft te gaan, kun je allerhande zaken anders gaan inrichten: van je eigen leven, via je bedrijf, tot je maatschappij.
Geen beest
Niet iedereen zal Bregmans conclusies omarmen. Wat meer vertrouwen in je medemens hebben is één ding, een school vol kinderen die zelf bepalen wat ze willen leren iets anders. Maar ook voor wie weinig op heeft met zulke vernieuwingen, is het goed om te weten hoeveel kritiek er inmiddels is op al die beruchte experimenten en onderzoeksresultaten die de mens afschilderen als een beest dat een ravage aanricht zo gauw het de kans krijgt.