In De wereld in het klein laat Sietze Norder op een knappe manier alle aspecten van eilanden aan bod komen.
Ooit kwamen er geen kikkers voor op afgelegen eilanden. Ze sprongen rond op de continenten maar wisten, in tegenstelling tot andere dier- en plantensoorten, de oversteek niet te maken. Om een eiland te bereiken moet je óf via de lucht, óf via het water reizen.
Dat kikkers niet vliegen, zal niemand verbazen. Maar dat hun huid niet bestand is tegen zout water, daar zullen de meesten nog nooit bij hebben stilgestaan. Terwijl spinnetjes naar eilanden zweefden en kokosnoten drijvend de oversteek maakten, bleven de kikkers achter.
Totdat de mens ten tonele verscheen. Wij varen en vliegen wat af, en vervoeren daarbij bedoeld en onbedoeld diersoorten de hele wereld over. De isolatie van een eiland is verleden tijd, vertelt biogeograaf Sietze Norder in De wereld in het klein.
Eigenlijk jammer, want eilanden zijn miniaturen waarmee je de natuur kunt bestuderen: hoe evolutie werkt, maar ook wat de impact is van de klimaatverandering. ‘Als het je doel is om de wereld te begrijpen, dan is het bestuderen van eilanden de eerste stap’, schrijft Norder.
Boeiende reis
Norders boek gaat niet alleen over de natuur, maar ook over mensen die eilanden koloniseerden, lokale culturen en de historische specerijenhandel. Die verzameling klinkt misschien te breed: hoe hou je een boek samenhangend dat zowel gaat over de Nederlandse monopolie op nootmuskaat als over de succesvolle invasie van de geit? Norder krijgt het voor elkaar. Hij benadert op alle mogelijke manieren het centrale thema, het eiland, en weet die ongewone reis boeiend te houden.