Psycholoog Simon Baron-Cohen ontvouwt in De patroonzoekers een alomvattende, maar nogal wankele theorie over de menselijke vooruitgang.
Jonah kent meer dan 60.000 boomsoorten. Hij kan aan het geluid van een passerende auto horen of een onderdeel moet worden vervangen. Maar na honderden sollicitatiebrieven heeft hij nog steeds geen baan. Jonah is namelijk autistisch en vindt het erg moeilijk om met andere mensen om te gaan.
Volgens autisme-expert Simon Baron-Cohen is Jonah een zogeheten hypersystemiseerder.
In De patroonzoekers ontvouwt hij zijn theorie over ons ‘systemiseermechanisme’: een hersenmechanisme dat ons in staat stelt redeneringen te bedenken met de woorden ‘als’, ‘en’ en ‘dan’. Als een zaadje in de grond zit, en de grond is vochtig, dan groeit het zaadje uit tot een plant. Door dit redeneringsvermogen te perfectioneren, komen uitvinders, kunstenaars en sporters tot grootse prestaties. Volgens de auteur verklaart het mechanisme zelfs de gehele menselijke vooruitgang.
Baron-Cohen baseert zijn theorie onder meer op tests die vijf hersentypes onderscheiden, maar neurologisch bewijs voor deze hersentypes ontbreekt. Verder stelt de auteur dat alleen de moderne mens als-en-dan-redeneringen gebruikt. Een boude bewering, aangezien de laatste tijd juist blijkt dat we de cognitieve vaardigheden van dieren en oermensen decennialang hebben onderschat.
Het boek is het interessantst wanneer Baron-Cohen zijn theorie even laat voor wat die is en concrete gevallen van autisme beschrijft. Zijn pleidooi om mensen zoals Jonah beter te laten gedijen in onze samenleving is aangrijpend en terecht. Als de auteur meer woorden had gewijd aan autisme en minder aan het systemiseermechanisme, dan was het een beter boek geworden.