Hoe is taal ontstaan? De oorsprong van taal is een boeiend boek over een uiterst veelomvattende vraag.
Waarom praten wij wel en apen niet? Om die ogenschijnlijk simpele vraag te beantwoorden, moet je allereerst verstand hebben van taal. Maar ook van de menselijke anatomie. En van apen. En van evolutieleer. En van antropologie, neurobiologie, genetica en ga zo maar door.
Gelukkig heeft De oorsprong van taal een veelzijdige auteur. Sverker Johansson promoveerde als deeltjesfysicus, waarna hij de overstap maakte naar taalwetenschap. Daarnaast is hij wereldrecordhouder Wikipediapublicaties.
De eerste gesprekken
In het boek komen alle relevante vakgebieden voorbij. Na een basiscursus taalkunde duikt Johansson eerst de biologie en technologie in, waarbij we lezen over de taal van vogels, dolfijnen en robots.
Naarmate de fundamenten meer in zicht komen, wordt het verhaal steeds fascinerender. Johansson behandelt uitgebreid de evolutie van zowel ons taalvermogen als talen zelf, eindigend bij de eerste talen, de eerste sprekers en de eerste gesprekken.
Krijsende apen
Verfrissend is dat Johansson niet alleen de doorbraken meldt, maar ook onderzoeken die nergens toe leidden, zoals een studie naar de ‘neander-taal-ers’. Ook laat hij zien dat wetenschappers het op veel belangrijke punten oneens zijn – bijvoorbeeld over wanneer, waarom en hoe de eerste taal gesproken werd. Aan het eind van het boek neemt Johansson voor enkele van die kwesties zelf ook een duidelijk standpunt in.
De oorsprong van taal is een boeiend en compleet overzicht van een uiterst breed onderzoeksveld. Door de zorgvuldige opbouw raak je in het complexe web van vakgebieden nergens de draad kwijt. Bovendien is het helder geschreven en dankzij de voorbeeldjes van krijsende apen en babbelende peuters ook nog eens leuk om te lezen.