De nieuwe biografie van wiskundige John von Neumann duikt minstens zo diep in de wetenschap als in de mens erachter.
Dat wiskundige John von Neumann een genie was, staat buiten kijf. De vraag wat voor mens er achter al dat vernuft schuilging, is een stuk lastiger te beantwoorden. Dat blijkt wel uit de nieuwe biografie De man uit de toekomst. In zo’n vierhonderd pagina’s probeert auteur Ananyo Bhattacharya de ongrijpbare wiskundige te doorgronden. Het resultaat is de moeite meer dan waard.
Von Neumann had een hongerig brein dat zich graag liet verleiden door nieuwe vakgebieden. Hij droeg niet alleen bij aan doorbraken in de wiskunde, maar ook aan de quantumtheorie, de eerste computers en aan de bouw van de atoombom. ‘Kijk om je heen en je ziet Johnny’s vingerafdrukken overal’, belooft Bhattacharya. Het vergt maar een paar hoofdstukken om de lezer van deze boude bewering te overtuigen.
Geweldige traktatie
Het boek belicht twee onderwerpen. Op de eerste plaats deinst Bhattacharya er niet voor terug om het wetenschappelijke werk van Von Neumann te beschrijven. Dat is een gedurfde keuze, die voor liefhebbers erg goed uitpakt. Van orthogonale polynomen tot de quantumfysica en van de werking van de atoombom tot speltheorie, het passeert allemaal de revue. Voor geïnteresseerden is dat een geweldige traktatie.
Op de tweede plaats poogt het boek Von Neumann, de mens, uit te pluizen. Dat blijkt een stuk ingewikkelder dan de wetenschap. Von Neumann was een man die zich liet leiden door de ratio, tot op het ijskoude toe. Zijn dochter was bijvoorbeeld pas vanaf haar twaalfde levensjaar welkom om bij hem in te trekken. Vanaf dat moment kon ze ‘zelfstandig nadenken’, redeneerde Von Neumann, en kon ze profiteren van zijn genie.
Geen moreel
En dan was er nog de atoombom, waar hij zonder scrupules aan bijdroeg. Een nucleaire aanval om de oorlog te beslechten? Hij twijfelde, ondanks de burgerslachtoffers, geen moment: liever vandaag dan morgen. De bom was voor hem een analytisch vraagstuk, geen moreel.
Toch zit in het boek ook een andere Von Neumann verscholen. Een optimist, die geloofde in vooruitgang. Hij was een man die de wereld bereid was af te breken, terwijl hij aan de toekomst bouwde. Die tegenstelling is lastig te verklaren. De auteur legt zich daarbij neer, wat de indruk wekt dat hij liever een biografie van de wetenschap wilde schrijven dan een biografie van de wetenschapper. Maar dat is een kleine kanttekening, vooral voor wie juist van de wetenschap smult.