In zijn laatste boek, Cosmotheoros, filosofeerde de 17e-eeuwse onderzoeker en uitvinder Christiaan Huygens over buitenaards leven. Planeetwetenschapper Daphne Stam verzorgde een nieuwe vertaling.
Cosmotheoros wordt uitgeven als een boek, maar eigenlijk is het een brief die Christiaan Huygens schreef aan zijn broer Constantijn. Klopt dat?
‘Nou, dat is meer de vorm die Huygens heeft gekozen; het was wel echt bedoeld als boek. Wat Cosmotheoros vooral bijzonder maakt, is dat het het enige boek is dat Huygens voor gewone lezers heeft geschreven. Maar dan wel hoogopgeleide gewone lezers, want hij strooit bijvoorbeeld continu met namen van filosofen.’
Waar gaat het boek over?
‘Huygens vraagt zich af: hoe bijzonder zijn wij hier op aarde nou eigenlijk? Andere sterren zijn ook gewoon zonnen, schrijft hij – iets wat in zijn tijd nog een groot discussiepunt was – en daar zullen dus ook planeten omheen bewegen. Waarom zou daar dan niet ook leven zijn? En als er leven is, hoe waarschijnlijk is het dan dat het om intelligent leven gaat?
Ook denkt hij na over leven elders in ons eigen zonnestelsel. Hij schrijft bijvoorbeeld dat eventuele bewoners van Mercurius het heel warm zouden hebben. Vervolgens speculeert hij of die dan ook slimmer zouden zijn dan wij, omdat hun hersenen door die warmte sneller kunnen werken.’
Inmiddels hebben we duizenden exoplaneten ontdekt en weten we dat er geen hyperintelligente wezens op Mercurius zijn. Hoe interessant is Cosmotheoros dan nog?
‘Alles wat Huygens schrijft, leidt hij af uit wat hij weet. Hij blijft heel dicht bij de realiteit en denkt heel helder en logisch over de natuurkunde. Daardoor staat er vrij weinig in zijn boek dat echt niet klopt. Wel denkt hij bijvoorbeeld dat Saturnus van rots is gemaakt, terwijl we nu weten dat het een gasplaneet is. Maar hij realiseert zich ook dat het op Saturnus te koud is voor vloeibaar water, waardoor er, wil er leven voorkomen, ‘water van een andere soort’ zal moeten zijn. Alles bij elkaar komt Huygens in dit boek over als iemand met wie je een heel interessant gesprek zou kunnen voeren.’
De oude Nederlandse vertaling van Cosmotheoros is in principe nog verkrijgbaar. Waarom dan deze nieuwe?
‘Huygens overleed in 1695, voor het boek kon verschijnen. In zijn testament gaf hij zijn broer Constantijn opdracht om Cosmotheoros postuum uit te geven en voor vertalingen te zorgen. Maar tegen de tijd dat de Nederlandse vertaling van het boek af was, in 1699, was Constantijn ook overleden. Die heeft de tekst dus niet meer kunnen controleren. Daardoor staan daar heel rare dingen in, waaraan je kunt merken dat de vertaler weinig wist van planeten en dergelijke. Bovendien is die vertaling uit 1699 echt heel moeilijk te lezen.’
Hoe bent u bij het vertalen te werk gegaan?
‘Ik ben uitgegaan van de Latijnse versie en heb die naar hedendaags Nederlands vertaald, waarbij ik heb geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de woorden van Huygens zelf te blijven. Wel heb ik er een boel noten aan toegevoegd. Als Huygens bijvoorbeeld een bepaalde filosoof noemt, leg ik uit wie dat was en wat die gezegd heeft. En als hij het over exoplaneten heeft, vertel ik wat we daar inmiddels van weten. Daardoor bevat het boek nu wel meer noten dan tekst van Huygens zelf, haha.’