Op vindhetuit.nl stellen vijf wetenschapsmusea (NEMO Science Museum, Rijksmuseum Boerhaave, Teylers Museum en de universiteitsmusea van Utrecht en Groningen) hun collecties tentoon. We spraken projectleider Annemarie van Eekeren.
Wat kunnen mensen van deze website verwachten?
‘Vind het uit! is een online samenwerking tussen vijf musea om hun collecties op geheel nieuwe manieren met elkaar te verbinden en te presenteren. Want de collecties zijn op zichzelf superinteressant, maar ze zijn nog veel interessanter als je het koppelt aan een actueel thema en ze op basis daarvan aan elkaar knoopt.’
Is de website een soort online museumervaring?
‘Het is meer een leeservaring. Aan de hand van actuele vraagstukken rond energie maak je kennis met wetenschappelijke uitvindingen van vroeger. Vind het uit! is vooral een creatieve manier om mensen kennis te laten maken met onze collecties. Vaak zitten deze collecties opgeslagen in een depot. Daar kunnen normale bezoekers gewoonlijk niet bij.
Het is daarnaast ook een inspiratieplatform. Vaak wordt gezegd dat je de geschiedenis moet leren om de toekomst te begrijpen. Met Vind het uit! nodigen we jonge mensen uit die oplossingen zoeken voor de toekomst, om te kijken naar wat er al eerder bedacht is.’
Hoe inspireert uw website?
‘Je ziet regelmatig dat oude wetenschappelijke ideeën en uitvindingen in bepaalde vorm terugkomen. Veel van wat we nu kennen is al eens bedacht. Neem bijvoorbeeld het beademingsapparaat. Aan het begin van de coronapandemie leenden studenten van de TU Delft een beademingsapparaat uit de jaren zestig van het Rijksmuseum Boerhaave. Ze wilden namelijk bekijken hoe ze een beademingsmachine konden maken die onafhankelijk is van stroom.’
Kunnen mensen niet gewoon naar een museum gaan voor inspiratie?
‘Ja, dat kan ook. Maar dan zie je alleen de collectie van dat ene museum dat je bezoekt. Ik vind het natuurlijk heel fijn als je naar een museum komt. Maar het is ook leuk dat je via Vind het uit! snel door allerlei collectiestukken kan bladeren. En wanneer je als student een opdracht krijgt, is het handig dat je niet naar vijf musea hoeft te gaan om inspiratie te vinden.’
De collectie gaat nu vooral over energie. Blijft dat zo?
‘Onze wens is om het de komende jaren over alle grote maatschappelijke uitdagingen te hebben waar wetenschap en technologie een grote rol inspelen. Energie is nu het eerste thema. Het volgende thema zal gaan over gezondheid en biotechnologie. Ook de waarde van wetenschap is een thema dat we willen behandelen. Maar het is natuurlijk nog zoeken hoe we dat met de verschillende collecties goed kunnen presenteren.’
Is het moeilijk om met zoveel musea samen te werken?
‘Jazeker. Samenwerking met verschillende partijen op verschillende plekken in het land vraagt sowieso veel afstemming. Daarnaast was met name de technische koppeling aan de achterkant complex. Alle objecten die je ziet op de website, komen direct uit de collectieregistratiesystemen van de musea. Het was ingewikkeld om dat aan elkaar te koppelen. Wat de een bijvoorbeeld een ‘thermometer’ noemt, noemt de ander misschien een ‘warmtemeter’. Op de website moet dat hetzelfde zijn. Het is in die zin ook een innovatief project, waarbij we werken aan een wetenschappelijke thesaurus (een soort synoniemenlijst, red.).’