In De lange adem van bomen beschrijft Peter Wohlleben de aanpassingstechnieken van onze groene vrienden.
Bomen zijn niet zo kwetsbaar als vaak wordt gedacht, stelt boswachter Peter Wohlleben. In drie delen schetst hij een diepgravend en intrigerend beeld van het aanpassingsvermogen van bomen.
Het eerste deel van het boek laat zien dat bomen meer bieden dan zuurstof, schaduw en groen. Ze vormen actief het klimaat. Ze plukken broeikasgassen uit de atmosfeer, zorgen voor regen en koelen hun omgeving. Dat doen ze verrassend gericht: ze kunnen de thermostaat omlaagdraaien naar hun voorkeurstemperatuur. Als we daar slim gebruik van maken, kunnen bomen ons mogelijk zelfs helpen bij de klimaatcrisis, stelt Wohlleben.
Bijzonder interessant is dat bomen sociale wezens zijn. Ze delen voedsel en geven soortgenoten ruimte om te groeien. Bomen vormen efficiënte sociale gemeenschappen.
In het tweede deel van zijn boek waarschuwt Wohlleben verhalend voor monoculturen: plekken waar slechts een boomsoort wordt geplaatst. Hij noemt dit geen bossen, maar plantages. Intensieve bosbouw en een eentonig terugplantbeleid bedreigen de natuurlijke diversiteit. En dat heeft op zijn beurt een weerslag op het aanpassingsvermogen van bomen.
Wohlleben sluit af met een positief pleidooi om het bos zijn gang te laten gaan. Als het sterke natuurlijke bos terugkeert, kan de toekomst echt groen worden. Bossen kunnen ons klimaat redden, mits we niet aan de tak zagen waar we op zitten. Wolhleben neemt je op een lichte toon mee in de wondere wereld van het natuurlijke bos, waarna je tijdens je volgende wandeling het groen nog meer waardeert.