Waar komt de geur van whisky vandaan? Wat verklaart onze afkeer van okselgeur? Harold McGee heet je welkom in de osmokosmos.
Terecht of niet, als ik moest kiezen tussen mijn zintuigen zou reuk toch op de laatste plek komen te staan. Maar als iets me aan die mening zou laten twijfelen, is het wel het boek De geuren van de wereld van Harold McGee.
Het voelt als een encyclopedie voor geuren die je voor de lol openslaat: in meer dan zeshonderd pagina’s neemt dit boek je mee op ontdekkingstocht langs alle geuren die onze neus binnendringen. McGee laat gestructureerd allerlei geurcomponenten en de betrokken moleculen zien – van loofbomen tot koffiegeuren en stinkdieren. Hij weet erg te boeien met zijn luchtige en vlotte beschrijvingen van deze zwevende deeltjes.
Zo kun je straks in geuren en kleuren op een feestje vertellen dat koriander voor sommigen naar zeep smaakt door de vreemde aard van de moleculen: dat zijn aldehyden die je ook als afbraakfragmenten van zeep tegenkomt. Daarnaast kom je erachter dat koolstofringen de zoete geur van oude boeken versterken. En je ontdekt waar de zoetfrisse geur van fruit vandaan komt.
Het is zeker de moeite waard om eens rond te snuffelen in het register van dit boekwerk, dat het resultaat is van tien jaar onderzoek. En of je steeds lukraak een pagina openslaat of het leest van A tot Z: je kunt er de komende tien jaar zoet mee zijn.