In De dieetmythe sabelt epidemioloog Tim Spector tal van algemeen geaccepteerde voedingswijsheden neer. In plaats daarvan moeten we volgens hem onze blik richten op het microbioom.
Eigenlijk is De dieetmythe te zien als twee boeken in een. Over dat eerste deel is de titel vrij duidelijk: de Britse hoogleraar genetische epidemiologie Tim Spector ontzenuwt tal van wijdverspreide mythes over diëten en andere manieren waarop voeding en gezondheid verband met elkaar houden.
Sommige onderwerpen klinken misschien wat bekend. Calorieën tellen is niet het hele verhaal. Van sporten val je niet af. En je hoeft echt geen twee liter water per dag weg te klokken om gezond te blijven. Maar Spector serveert zóveel voedingswijsheden af, dat vrijwel iedereen er een boel van zal opsteken. Sterker nog: het is ronduit schokkend hoeveel algemeen geaccepteerde kennis over eten en diëten het onderspit delft bij écht gedegen onderzoek.
Minuscule influencers
Dan komen we bij het tweede ‘boek’, dat overigens volledig is vervlochten met het eerste. Steeds als Spector heeft uitgelegd hoe iets waarschijnlijk níét zit, voert hij zijn eigen stokpaardje op: het microbioom, oftewel: de 1,8 kilogram aan microben die we continu met ons meezeulen. Deze minuscule meelifters beïnvloeden op tal van manieren onze gezondheid, en worden op hún beurt weer flink beïnvloedt door wat we eten of drinken, maakt De dieetmythe keer op keer duidelijk.
Wel bevatten deze delen van het boek duidelijk wat meer slagen om de arm: Spector waakt ervoor iets als feit presenteren als het wetenschappelijk bewijs nog aan de magere kant is.
De vraag is nu natuurlijk: speelt het microbioom inderdaad zo’n enorm grote rol als het gaat om voeding en gezondheid? Of wordt over een jaar of tien, twintig de huidige microbioomhype net zo hard neergesabeld als hier gebeurt met vitaminepillen en lightproducten met zoetstoffen? De tijd zal het leren – maar voorlopig lijkt Spector de wind mee te hebben.