De beste van alle mogelijke werelden van Michael Kempe beschrijft het leven van de Duitse wetenschapper Gottfried Wilhelm Leibniz zonder de diepte in te gaan.
In De beste van alle mogelijke werelden staat de Duitse alleskunner Gottfried Wilhelm Leibniz centraal. Historicus Michael Kempe doet een poging hem tot leven te wekken aan de hand van beschrijvingen van zeven dagen uit zijn zeventiende-eeuwse leven.
Helaas slaagt Kempe daar maar beperkt in. Wie een biografie leest over een wetenschapper, verwacht talloze eurekamomentjes die de zaadjes zijn van grote doorbraken. Het zijn juist die momenten die Kempe slechts spaarzaam belicht. Overheersend zijn vooral oppervlakkige anekdotes over de reizende en schrijvende Leibniz. Voor een succesvolle en wereldberoemde wiskundige, natuurkundige en rechtsgeleerde als Leibniz krijgen de doorbraken en de verhalen daarachter opvallend weinig aandacht.
Kempes wollige taalgebruik maakt de inhoud bovendien lastig te verteren. De doorgewinterde wiskundefan met een grote fascinatie voor Leibniz als persoon zal daar doorheen kunnen prikken. Maar voor wie vooral op zoek is naar een laagdrempelige biografie, is dit boek minder geschikt.