In Ademen schetst Jessica Braun een levendig, maar niet al te diepgaand beeld van alles wat met onze ademhaling te maken heeft.
Aan zoiets vanzelfsprekends als ademhalen zullen we niet snel het label ‘wonder’ hangen, maar Jessica Braun doet dat in haar boek Ademen wél. En misschien is dat ook terecht. Zo lang we vrijuit kunnen ademen, staan we er niet bij stil. Pas zodra het moeizamer gaat, merken we hoe bijzonder dit mechanisme is.
In haar boek beschrijft Braun het brede palet van dingen die we dankzij onze ademhaling kunnen: praten, zingen en presteren op grote hoogte of onder water. Ook de basics komen aan bod. Welke spieren gebruiken we tijdens het in- en uitademen? Hoe regelen onze hersenen dit proces? En wat doet onze ademhaling stokken?
Naast deze automatisch lijkende processen bespreekt Braun ook hoe de ademhaling bewust kan worden gestuurd. Achter in het boek zijn zelfs allerlei ademhalingsoefeningen te vinden waar de lezer zelf mee aan de slag kan.
Levendig beschreven
Al deze zaken legt Braun uit aan de hand van verschillende situaties waar ze in terechtkwam tijdens het schrijven van dit boek. Zo is ze aanwezig bij een geboorte en vertelt ze hoe de ademhaling van baby’s zich ontwikkelt. Een hoofdstuk verderop staat ze op een biatlonbaan met een geweer in de hand te mikken op een schietschijf, en beschrijft ze wat er met haar ademhaling gebeurt op het moment dat ze een schot lost.
Deze situaties zijn levendig beschreven, waardoor de lezer het gevoel krijgt er zelf ook bij te zijn. Hoewel deze verhalen een fijne onderbreking vormen, zijn sommige beschrijvingen wel aan de lange kant.
Verwacht van dit boek dan ook geen diepgravende analyse van de werking van ons ademhalingssysteem. Braun behandelt ons ademen op een luchtige manier, toegelicht met een hoop feitjes en anekdotes.