Precies een halve eeuw geleden voorspelden onheilsprofeten dat de mensheid afstevende op een catastrofe: uitputting van grondstoffen, milieuvervuiling, bevolkingsexplosie, gat in de ozonlaag. Stop de groei, klonk het overal, of de boel ontploft. Maar waarom kregen deze doemdenkers dan ongelijk? Hoe slaagden we erin om al die rampspoed af te wenden?
In zijn nieuwe boek legt filosoof en 'verbeterlijke optimist' Maarten Boudry uit hoe we de klimaatcrisis kunnen oplossen, zoals we ook eerdere ecologische rampen hebben afgewend. Fossiele brandstoffen maakten ons rijker en welvarender dan ooit tevoren, maar nu is het hoog tijd om ze vaarwel te zeggen. Dat kunnen we zeker, aldus Boudry, maar dan moeten we dringend uit een ander vaatje tappen. Bij een uitdaging van zo'n grote omvang kunnen we ons niet de luxe van ideologische dogma's en heilige huisjes veroorloven. We moeten het klimaatprobleem rationeel en pragmatisch aanpakken, we moeten groots en ambitieus denken, en we moeten vooral het hoofd koel houden. Als we daarin slagen, kunnen we er een prachtige eenentwintigste eeuw van maken.
Maarten Boudry (1984) is wetenschapsfilosoof en houder van de leerstoel Etienne Vermeersch aan de Universiteit Gent. Zijn meest recente boeken zijn Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat (2019) en Eerste hulp bij pandemie. Van Achterafklap tot Zwarte Zwaan (2021, met Joël De Ceulaer).