Het vertaalt razendsnel onze teksten, herkent onze gezichten, ondersteunt artsen bij het stellen van medische diagnoses en maakt auto’s deels zelfrijdend: kunstmatige intelligentie (AI). Maar op sommige gebieden winnen zelfs peuters het nog van AI, zoals bij het begrijpen van wat een ander wil of voelt.
Hoe indrukwekkend de prestaties ook zijn, AI is op en top mensenwerk. Elk stuk AI-technologie wordt nog steeds ontworpen, gebouwd en onderhouden door mensen. Daarom gaat wetenschapsjournalist Bennie Mols in 'Slim, slimmer, slimst' in op de relatie tussen menselijke en kunstmatige intelligentie.
Waarin is AI beter dan de mens? Waarin is de mens beter dan AI? Hoe kunnen mens en AI succesvol samenwerken? Hoe kan AI helpen om wetenschappelijke ontdekkingen te doen, muziek te maken, te schilderen of te schrijven? En moeten we bang zijn dat superintelligente AI de wereld overneemt?
Sinds 2017 brengt New Scientist de boekenserie Pocket Science uit. Deze boekjes praten u in honderd pagina’s op toegankelijke wijze bij over actuele wetenschappelijke onderwerpen, zoals ‘Stel, je bent een Virus’, ‘Multiversum’, ‘Grensverleggende Getallen’ en ‘de Fusiedroom’.