Volgens Stevin is een natuurverschijnsel een wonder zolang het niet wordt doorgrond. Zodra men het natuurverschijnsel door theoretische beschouwingen of uitgevoerde of bedachte experimenten kan verklaren, is het geen wonder. Deze aanpak is de start voor een nieuwe manier om wetenschap te bedrijven. Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken. Hij boog zich over wiskundige problemen, maar dacht ook na over logica, legerorganisatie, omgangsvormen ... Stevin publiceerde rentetabellen en verdedigde de theorie van Copernicus. Hij introduceerde in onze taal woorden zoals onder meer evenaar, omtrek, middellijn, scheikunde, evenwijdige lijnen …