Ons geheugen is minder betrouwbaar dan we willen; soms laat het ons zelfs in de steek. Hoe ouder we worden, hoe vaker dat het geval is. Het meest recente wetenschappelijke onderzoek laat echter zien dat het niet het belangrijkste is om alles te kunnen onthouden. Het geheugen blijkt evenzeer van belang voor onze toekomst, omdat alles uit het verleden onmisbaar is om gericht en creatief te kunnen handelen.
Neurobioloog Hannah Monyer en filosoof Martin Gessmann leggen uit waarom herinneringen aan je eerste liefde of een hondenbeet uit je kindertijd je nog steeds haarscherp voor de geest kunnen staan. In hun boek onderstrepen ze het belang van herinneringen uit onze jeugdjaren en onze vroegere dromen en wensen. En natuurlijk schrijven ze over alzheimer, geheugentrainingen de cruciale rol van dromen bij het leerproces.
Ons geniale geheugen laat zien dat ons geheugen bepaalt wat we ons herinneren, hoe we leren en wie we zijn.