In ‘Hawking Hawking’ onderzoekt wetenschapsjournalist Charles Seife hoe Stephen Hawking te boek zou komen te staan als het grootste genie van de mensheid. Hawking begon zijn carrière in de theoretische natuurkunde, maar zijn bekendheid berustte niet op zijn wetenschappelijke bijdragen. Hij was een meester in zelfpromotie, organiseerde feesten voor tijdreizigers, claimde de overwinning op problemen die hij niet had opgelost en verkeerde in kringen van miljardairs. Hoewel gekluisterd aan zijn rolstoel en afhankelijk van anderen slaagde Hawking er steeds in de mensen om hem heen te boeien - en ze te gebruiken.
Deze intellectuele biografie onthult de authentieke Hawking. Het is het verhaal van een man wiens aanvankelijke genialiteit in de natuurkunde werd geëvenaard door zijn genialiteit in het construeren van zijn eigen mythe.