Wat is leven? Waar komen we vandaan? Hoe zit het universum in elkaar? Eeuwenlang hebben mensen het antwoord op die vragen gezocht in religie. Met de opkomst van de wetenschap openden zich nieuwe vergezichten. Oude mysteries kregen een logische verklaring. Geavanceerde technologieën werden ontwikkeld. De wetenschap kent echter ook grenzen.
De evolutie is op de voet te volgen, maar hoe het leven op aarde is ontstaan, blijft een raadsel. We kunnen precies zien wat er in onze hersenen gebeurt, maar daarmee nog geen gedachten lezen. De genetische codes die we ontcijferen, tonen niet het wezen van de mens. En terwijl we het heelal verkennen tot in zijn uithoeken, blijft de Oerknal in nevelen gehuld.
In Een klok weet niet hoe laat het is laat Willem Schoonen zien waarop het onderzoek van allerlei wetenschappers – filosofen, psychologen, hersenonderzoekers, fysici en biologen – zijn tanden stukbijt. Al doende brengt hij de grenzen in kaart van de wetenschappelijke mogelijkheden. We moeten oog hebben voor die grenzen, want als de wetenschap pretendeert antwoord te hebben op alle vragen, ontaardt ze in een nieuwe religie.