Het eerste alomvattende werk in het Nederlandse taalgebied over de veranderende kijk op mens-dierrelaties. Onze kennis van dieren beperkte zich eeuwenlang tot de biologie: we beschreven het leven van diersoorten. Het dierlijke gedrag zagen we als het resultaat van instincten. Intelligentie bij dieren was inferieur, en zonder al te veel bewijs gingen we ervan uit dat ze geen emoties kennen. Onze relaties met dieren zijn eeuwenlang volstrekt hiërarchisch geweest: wij bepaalden wat we met ze deden.
Dat was geen enkel probleem want ze zeiden niets terug, ze verzetten zich nauwelijks. De wereld is veranderd. Dieren blijken ook taal en cultuur, ideeën en gevoelens te hebben. Velen van ons rekenen hond en kat tot de familie. En waarom zou dat niet ook voor koeien en kippen, olifanten en dolfijnen gelden? Wat zijn de filosofische en juridische implicaties van een dergelijke vraag? Kortom: wat als alle dieren, ook de niet-menselijke, een individu zijn, die naast een bio-logie ook een bio-grafie hebben? Dier en mens is een inleiding in het snelgroeiende terrein van mens-dierstudies, waarin nieuwe inzichten vanuit diverse disciplines – filosofie, kunst, sociologie, recht, biologie en meer – bij elkaar komen. Door dit boek leer je met nieuwe ogen te kijken naar andere dieren – met de ogen van een dierenmens.
Maarten Reesink is werkzaam bij de afdeling Media en Cultuur en het Instituut voor Disciplinaire Studies van de Universiteit van Amsterdam, waar hij sinds 2008 college geeft over mens-dierstudies (Human-Animal Studies).