James Fallon deed als succesvol neurowetenschapper een ontdekking in zijn lab die zijn leven op z'n kop zette. Bij het bestuderen van hersenscans van familieleden die als controlegroep fungeerden, stuitte hij op een scan die sterk leek op die van de seriemoordenaars die hij onderzocht. Echt verontrustend werd het toen bleek dat de scan van zijn eigen brein was.
Hoe kon hij, gelukkig getrouwd en vader van drie kinderen, een psychopaat zijn? Was hij in staat tot de gruwelijkheden die sommige psychopaten begaan? In welke mate beïnvloedde zijn genetische aanleg zijn gedrag? Wat was de rol van zijn opvoeding en van het gezin waarin hij opgroeide? Hoe kon hij maatschappelijk zo succesvol zijn?
In De psychopaat in mij zoekt Fallon naar antwoorden op deze vragen. Hij sprak met vrienden en collega's, ging bij zichzelf te rade, dook in zijn familiegeschiedenis en schreef een prachtig en intrigerend verhaal - waarvan toon en handelingen soms iets verraden van zijn breinconditie. Hij legt daarnaast uit hoe de neurologie, genetica en epigenetica van psychopathie in elkaar steken, waarom psychopaten doen wat ze doen, waarom ze bestaan en hoe je met ze om moet gaan.