De McFlurry-egel, de Elastiekooievaar, de Verslikvis en de Mondkapmeeuw. Als museumbioloog geeft Kees Moeliker het dode dier een hoofdrol in zijn verhalen, maar ook de levende natuur - met name die van de stad - vormt voor hem een blijvende bron van inspiratie. Samen met zijn scherpe oog voor onwaarschijnlijk onderzoek, opmerkelijk diergedrag en natuur in de kunst staat dat garant voor een boek vol verhalen doorspekt met wetenschap, waarin hij op droogkomische wijze een geheel eigen geluid laat horen. Gaandeweg neemt hij ook onze kromme omgang met de natuur op de hak en haalt hij fel uit naar kunstgras, zwerfplastic, het eendenvoerverbod, exotenhaters, grasmaaiers, bladblazers en Blokker-kraaien.
De kikkerkamasutra is een boek over dode dieren met een verhaal, de rafelrandjes van dierenseks, de zoektocht naar de laatste schaamluis, buitengewone vorsers, vrolijke wetenschap, de geneugten van vogelzang en meer natuurgenot.
Kees Moeliker (1960) is een bevlogen bioloog. Hij werkt al 35 jaar bij het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, waar hij de dode collectie tot leven bracht. Zijn ontdekking van homoseksuele necrofilie bij de wilde eend leverde hem de felbegeerde Ig Nobelprijs op. Eerder verschenen van hem De eendenman, De bilnaad van de teek en De kloten van de mus.
Over De bilnaad van de teek:
'Kees Moeliker moderniseert het genre natuurcolumn aan de hand van hilarische excessen.' de Volkskrant *****
'Net zo grappig als Midas Dekkers.' NRC