Nederland ligt in de periferie van het verhaal van menswording. De evolutie van onze familie vindt lang exclusief in Afrika plaats. En, als Europa eenmaal bewoond wordt door mensachtigen, ligt het zwaartepunt ten zuiden van onze streken. Toch heeft ons land een aantal interessante vindplaatsen en vondsten opgeleverd. Ook in Nederland hebben de zogenaamde ‘oermensen’ rondgelopen.
Toegankelijk geschreven voor een breed publiek put het boek uit nieuwste theorieën en het geheel is rijk geïllustreerd met vondsten uit binnen- en buitenland geeft dit boek een toegankelijk overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de tenminste 800.000-jaar-durende bewoningsgeschiedenis van Nederland. En het maakt ook meteen korte metten met een aantal stereotypische beelden, zoals het welbekende plaatje van de aap die langzaam rechtop gaat lopen (want zo is het niet gegaan) of het beeld van de moeilijk kijkende neanderthaler in een berenvel die op een besneeuwde berghelling staat. Uitgangspunt van dit boek is wat we nu over neanderthalers weten: intelligente mensen die zich een paar honderdduizend jaar prima hebben weten te redden.
Gerrit Dusseldorp is een expert op het gebied van het gedrag van jager-verzamelaars in zowel Noordwest-Europa als Zuid-Afrika. Hij leidt een door NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) gefinancierd onderzoeksproject naar de ontwikkeling van de moderne mens in Zuidelijk Afrika en doet ook onderzoek naar het gedrag van Neanderthalers en de redenen voor hun verdwijning. Hij promoveerde aan de Universiteit Leiden (2009) op Neanderthaler voedselvoorziening. Hij bestudeerde ook de ecologische relaties tussen Neanderthalers en andere carnivoren uit de ijstijd, zoals gevlekte hyena's. Na het afronden van zijn doctoraat richtte hij zijn vervolgonderzoek op Homo sapiens in Afrika. Hij deed dat in Zuid-Afrika aan de University of the Witwatersrand (2009 – 2012) en vervolgens de University of Johannesburg (2013 – 2016).
Yannick Raczynski-Henk is aan de Universiteit van Leiden afgestudeerd als prehistorisch archeoloog met een brede interesse in de Werdegang van de Homininae, ethologie, het Oud- en Midden-Paleolithicum en (löss-)geologie. Daarnaast heeft hij zich geoefend in het analyseren en tekenen van vuurstenen artefacten en hij heeft hiervoor een handleiding geschreven. Sinds 2009 is hij betrokken bij onderzoek in Armenië en Georgië naar de allervroegste geschiedenis van de mens. De Kaukasus vormt één van de routes die de allereerste hominiden nemen als ze Afrika verlaten om de rest van de wereld te verkennen. Het is dus ook een van de plekken waar je moet zijn om het begin van onze geschiedenis te onderzoeken. De vindplaats Nor Geghi is in 2014 gepubliceerd in Science. Beide auteurs zijn verbonden aan de Universiteit Leiden.