Zeker één op de tien volwassenen kampt met depressie. Je zou denken dat depressie daarom vol in de wetenschappelijke spotlights staat, maar volgens psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx valt er nog een wereld te winnen. Penninx focust zich in haar onderzoek op het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid. De kennis die zij en haar collega’s hierover opdoen, moet leiden tot betere preventie en behandeling van deze veelvoorkomende aandoening.
Bij depressie en angststoornissen gaat het meestal over het hoofd: wat gebeurt er in het brein waardoor iemand depressief of angstig wordt? En hoe kunnen we dat herstellen met psychotherapie en antidepressiva? Maar volgens psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx zit depressie niet alleen in het hoofd. Het zit ook in de rest van het lichaam. ‘Je mentale en lichamelijke gezondheid zijn verweven. Dat kan resulteren in een negatieve spiraal’, zegt ze. Mentale problemen kunnen ervoor zorgen dat je slecht slaapt, minder beweegt en minder eet – of juist meer. Daardoor gaat je lichamelijke gezondheid achteruit, wat er weer voor kan zorgen dat je je mentaal minder goed voelt. Het omgekeerde is ook mogelijk: lichamelijke ongezondheid kan leiden dan tot mentale ongezondheid, waar je lichamelijke gezondheid vervolgens weer onder lijdt.
Dit is een premium-artikel
Lees direct verder, al vanaf €1,99 per maand. Al abonnee? Log in om direct verder te kunnen lezen.
InloggenBekijk aanbod