Zelfs voor de beste neurowetenschapper is het brein geen open boek. David Eagleman beschrijft in Stroom een van de belangrijkste inzichten op dit gebied: je hersenen zijn continu in beweging.
De komst van steeds slimmere computers doet vermoeden dat we de werking van de hersenen al helemaal hebben ontcijferd. Maar hoewel we neurale netwerken hebben afgekeken van ons brein, zijn computers bij lange na niet zo intelligent en flexibel. Volgens David Eagleman is de reden voor dit verschil dat computers hardware hebben die steeds moet worden vervangen, terwijl onze hersenen zichzelf continu aanpassen. Dat gigantische aanpassingsvermogen ligt ten grondslag aan alles wat we met onze hersenen kunnen en dus, in feite, aan wie we zijn.
Bij geboorte zijn je hersenen een bijna leeg canvas. Met elk nieuw stukje informatie dat je in je leven tot je neemt, wordt daar een uniek portret van jouw ‘zijn’ op geschilderd. Het brein blijkt extreem goed in het maximaal benutten van die informatie. Ook als je maar een paar bladzijden van Stroom leest, zijn je hersenen al veranderd. Dat vermogen ons aan te passen aan de inkomende stroom informatie illustreert Eagleman met talrijke voorbeelden uit de wetenschap. Zo schrijft hij over honden die kunnen skateboarden en een jongen met maar één hersenhelft die bijna volledig normaal functioneert. Ook zijn er mensen die zien met hun tong en mensen die het magnetisch veld van de aarde voelen – stuk voor stuk sprekende casussen die bijdragen aan een nieuwe fascinatie voor je eigen bovenkamer.